Dagelijkse Lezingen
zondag 5 oktober 2025
Eerste Lezing
Habakuk 1:2-3
Petrus Canisius Vertaling
2Hoe lang, Jahweh, smeek ik om hulp, En wilt Gij niet horen; Roep ik tot u: Verdrukking, En brengt Gij geen redding?
3Waarom laat Gij mij slechtheid zien, En moet ik onheil aanschouwen, Heb ik geweld en verdrukking voor ogen, Zijn twist en tweedracht ontbrand?
Tweede Lezing
2 Timotheüs 1:6-14
Petrus Canisius Vertaling
6En daarom herinner ik u er aan, dat ge Gods genade moet doen opleven, die ge door mijn handoplegging verkregen hebt.
7Want God schonk ons niet een geest van vreesachtigheid, maar van kracht, van liefde en zelfbeheersing.
8Schaam u dus niet voor de belijdenis van onzen Heer, noch over mij, zijn geboeide; maar neem uw aandeel in het lijden voor het Evangelie door de kracht van God,
13In geloof en in liefde tot Christus Jesus: houd vast aan wat ge van mij hebt gehoord, als aan een richtsnoer van gezonde lering;
14bewaar dat kostelijk pand door den heiligen Geest, die in ons woont.
Psalm
Psalmen 95:1-9
Petrus Canisius Vertaling
1Komt, laat ons juichen ter ere van Jahweh, Jubelen voor de Rots van ons heil;
2Laat ons met lofzangen voor zijn aangezicht treden, En onze liederen voor Hem zingen:
6Komt, buigen en werpen wij ons neer, Knielen wij voor Jahweh, die ons heeft geschapen;
7Want Hij is onze God, Wij het volk, dat Hij leidt, En de kudde aan zijn hand! Als gij dan heden mijn stem verneemt,
8Verstokt uw hart als bij Meriba niet; Als op de dag van Massa in de woestijn,
9Toen uw vaders Mij tartten en beproefden, Ofschoon ze mijn werken hadden aanschouwd!
Evangelie
Lukas 17:5-10
Petrus Canisius Vertaling
5En de apostelen zeiden tot den Heer: Vermeerder ons geloof.
6En de Heer sprak: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaadje, dan zoudt gij tot deze moerbei zeggen: Trek uw wortels uit, en plant u in zee; en hij zou u gehoorzamen.
7Wie van u, die een knecht heeft, ploeger of veehoeder, zal tot hem zeggen. als hij thuis komt van het veld: Kom gauw hier aan tafel?
8Neen; zal hij niet tot hem zeggen: Maak mijn eten klaar; omgord u, en bedien me, totdat ik klaar ben met eten en drinken; daarna kunt ge zelf eten en drinken?
9Is hij den knecht soms dankbaar, omdat hij deed wat bevolen was?
10Zo moet ook gij, wanneer gij alles gedaan hebt wat u bevolen is, nog zeggen: We zijn onnutte knechten; we hebben alleen maar gedaan, wat we moesten doen.