Dagelijkse Lezingen

zaterdag 20 september 2025

Kies een vertaling om de volledige lezingen te bekijken

Eerste Lezing

1 Timotheüs 6:13-16

Petrus Canisius Vertaling

13Ik beveel u bij God, die alles ten leven verwekt, en bij Christus Jesus, die onder Póntius Pilatus de heerlijke belijdenis heeft afgelegd,

14dat ge dit gebod zult volbrengen, vlekkeloos en onberispelijk tot aan de komst van Jesus Christus onzen Heer.

15Hem zal te zijner tijd de zalige en enige Heerser openbaren, de Koning der koningen en Heer der heren,

16Hij die alleen de onsterfelijkheid bezit, die het ontoegankelijk licht bewoont, dien geen mens heeft gezien of kàn zien, wien de eer is en eeuwige macht. Amen!

Bekijk in andere vertalingen →

Psalm

Psalmen 100:2-5

Petrus Canisius Vertaling

2Dient Jahweh met vreugde, Treedt jubelend voor zijn aangezicht.

3Erkent het: Jahweh is God; Hij heeft ons gemaakt, Hem behoren wij toe, Als zijn volk en de kudde zijner weide.

4Treedt zijn poorten met dankzegging binnen, Zijn voorhoven met jubelzang, Brengt Hem glorie, en zegent zijn Naam.

5Want Jahweh is goed, Zijn genade duurt eeuwig, Zijn trouw van geslacht tot geslacht!

Bekijk in andere vertalingen →

Evangelie

Lukas 8:4-15

Petrus Canisius Vertaling

4Toen er eens een grote menigte bijeen was, daar men uit alle steden naar Hem was toegestroomd, sprak Hij in een gelijkenis:

5De zaaier ging uit, om zijn zaad te zaaien. En onder het zaaien viel een gedeelte langs de weg; het werd vertrapt, en de vogels uit de lucht pikten het op.

6Een ander gedeelte viel op de rots: even kwam het op, maar verdorde, omdat het geen vocht had.

7Een ander gedeelte viel tussen de doornen; en de doornen schoten mede op, en verstikten het.

8Een ander gedeelte viel op de goede aarde; het schoot op, en droeg honderdvoudige vrucht. Na deze woorden riep Hij uit: Wie oren heeft om te horen, hij hore.

9Zijn leerlingen vroegen Hem naar de zin der gelijkenis.

10Hij sprak: U is het gegeven, de geheimen te kennen van het koninkrijk Gods, maar tot de overigen wordt in parabels gesproken; opdat ze zouden zien en niet inzien, zouden horen en niet verstaan.

11Dit is de zin der gelijkenis: Het zaad is Gods woord.

12Het zaad langs de weg zijn zij, die het woord wel horen; maar dan komt de duivel en neemt het weg uit hun hart, opdat ze niet zouden geloven en worden gered.

13Het zaad op de rots zijn zij, die het woord met vreugde aanvaarden, zodra ze het horen, maar die geen wortel hebben geschoten; een tijd lang geloven ze wel, maar in de tijd der beproeving vallen ze af.

14Het zaad, dat tussen de doornen valt, zijn zij, die wel hebben geluisterd, maar die gaandeweg door de zorgen, de rijkdom en de genoegens van het leven zich laten verstikken en nooit tot rijpheid komen.

15Maar het zaad, dat in de goede aarde valt, zijn zij, die met een goed en edel hart het woord vernemen, het aanvaarden, en het vrucht doen dragen door te volharden.

Bekijk in andere vertalingen →

Snelle Acties