Dagelijkse Lezingen
donderdag 11 september 2025
Eerste Lezing
Kolossenzen 3:12-17
Petrus Canisius Vertaling
12Bekleedt u dan, als Gods uitverkoren heiligen en geliefden, met innige barmhartigheid, met goedheid, ootmoed, zachtheid en lankmoedigheid.
13Weest verdraagzaam jegens elkander en vergeeft elkander, als gij over elkaar hebt te klagen; zoals de Heer ú heeft vergeven, zo moet ook gij het doen.
14Trekt over dit alles de liefde aan, die de band is der volmaaktheid.
15In uw harten heerse ook de vrede van Christus; want daartoe zijt gij tot één lichaam geroepen. Weest dankbaar bovendien!
16Moge Christus’ woord in u wonen in rijke overvloed! Leert en vermaant elkander met
17En al wat gij doet, door woord of door daad, doet het in de naam van Jesus den Heer, en betuigt dan door Hem aan God den Vader uw dank!
Psalm
Psalmen 150:1-6
Petrus Canisius Vertaling
1Halleluja! Looft Jahweh in zijn heiligdom, Looft Hem in het firmament zijner glorie;
2Looft Hem om zijn machtige daden, Looft Hem om zijn ontzaglijke grootheid!
3Looft Hem met bazuingeschal, Looft Hem met harp en citer;
4Looft Hem met pauken en koren, Looft Hem op snaren en fluit!
5Looft Hem met schelle cimbalen, Looft Hem met kletterende bekkens!
6Looft Jahweh, alles wat ademt! Halleluja!
Evangelie
Lukas 6:27-38
Petrus Canisius Vertaling
27Maar Ik zeg tot u, die naar Mij luistert: Bemint uw vijanden; doet wel aan die u haten;
28zegent die u vloeken; bidt voor wie u lasteren.
29Wie u op de ene wang slaat, keer hem ook de andere toe; en wie u van de mantel berooft, weiger hem ook het onderkleed niet.
30Geef aan ieder die iets van u vraagt, en eis het uwe niet terug van hem, die het neemt.
31En zoals ge wilt, dat de mensen u doen, doet het ook aan hen.
32Als gij bemint die u liefhebben, wat voor verdienste hebt gij dan wel? Want ook de
33Als gij weldoet aan hen die u weldoen, wat voor verdienste hebt gij dan wel? De zondaars
34En als gij leent aan hen, van wie gij hoopt iets terug te krijgen, wat voor verdienste hebt gij dan wel? Ook de zondaars lenen aan zondaars, om evenveel terug te krijgen.
35Neen, hebt uw vijanden lief, doet wel en leent uit, zonder er iets voor terug te hopen; dan zal uw loon groot zijn, en zult gij kinderen zijn van den Allerhoogste. Hij is goedertieren, zelfs voor de ondankbaren en bozen.
36Weest dus barmhartig, zoals ook uw Vader barmhartig is.
37Oordeelt niet, en gij zult niet worden geoordeeld. Vonnist niet, en gij zult niet worden gevonnist. Spreekt vrij, en gij zult vrijgesproken worden.
38Geeft, en u zal worden gegeven: een goede, volgestampte, geschudde en overlopende maat zal u in de schoot worden gestort. Want met de maat, waarmee ge meet, zal ook u worden gemeten.