Dagelijkse Lezingen
donderdag 28 augustus 2025
Eerste Lezing
1 Tessalonicenzen 3:7-13
Petrus Canisius Vertaling
7Daarom broeders, zijn we bij al onze nood en druk door uw geloof met troost over u vervuld;
8want nu leven we op, zo gij maar vast staat in den Heer.
9Hoe kunnen we God genoeg om u danken voor al de vreugde, waarmee we ons over u verblijden voor het aanschijn van onzen God.
10Vurig bidden we nacht en dag, om u te mogen weerzien, en de leemten aan te vullen in uw geloof.
11Moge dan onze God en Vader zelf en onze Heer Jesus òns de weg naar u banen;
12moge de Heer ú echter vervullen en doen overvloeien van liefde tot elkander en tot iedereen, zoals wij ze hebben tot u.
13Zo make Hij uw harten sterk en onberispelijk in heiligheid voor het aanschijn van God, onzen Vader, bij de komst van onzen Heer Jesus, met al zijn heiligen.
Psalm
Psalmen 90:3-17
Petrus Canisius Vertaling
3Maar de mensen laat Gij tot stof vergaan, En zegt: Keert er toe terug, gij kinderen der mensen!
4Ja, duizend jaren zijn als de dag van gisteren in uw oog, En als een nachtwaak, wanneer ze voorbij is.
12Leer ons dan zó onze dagen tellen, Dat we er verstandig van harte door worden.
13Ach Jahweh, wend U eindelijk toch eens tot ons, En ontferm U over uw dienaars;
14Verzadig ons met uw genade, als we nog jong zijn, Opdat we heel ons leven mogen jubelen en juichen.
17Moge de goedheid van Jahweh, onzen God, met ons blijven, En het werk onzer handen doen gedijen!
Evangelie
Mattheüs 24:42-51
Petrus Canisius Vertaling
42Waakt dus, omdat gij niet weet, op welke dag uw Heer zal komen.
43Dit weet gij wel: zo een huisvader wist, op welk uur de dief zou komen, dan zou hij zeker wakker blijven en niet laten inbreken in zijn huis.
44Weest ook gij dus bereid, want de Mensenzoon komt op een onverwacht uur.
45Wie is nu de trouwe en voorzichtige knecht, dien de meester over zijn ondergeschikten heeft gesteld. om hun spijs te geven te rechter tijd?
46Gelukkig de knecht, dien de heer bij zijn komst daarmee bezig zal vinden.
47Voorwaar, Ik zeg u: Hij zal hem stellen over heel zijn bezit.
48Maar zo die dienaar slecht is, en denkt bij zichzelf:
49"Mijn heer komt nog lang niet," zo hij zijn medeknechten gaat slaan, en met de dronkaards
50dan zal de heer van dien knecht komen op een dag, waarop hij het niet verwacht, en op een uur, dat hij niet kent.
51En hij zal hem in stukken houwen, en hem het lot der huichelaars doen delen: daar zal geween zijn en gekners der tanden.