Dagelijkse Lezingen

maandag 18 augustus 2025

Kies een vertaling om de volledige lezingen te bekijken

Eerste Lezing

Rechters 2:11-19

Petrus Canisius Vertaling

11Nu begonnen de Israëlieten kwaad te doen in de ogen van Jahweh, door de Báals te dienen.

12Ze verlieten Jahweh, den God hunner vaderen, die hen uit Egypte had geleid, en liepen vreemde goden na, de goden der hen omringende volken; hen vereerden ze, maar ze verbitterden Jahweh.

13Ze verzaakten Jahweh, door den Báal en de Asjtarten te dienen.

14Toen barstte Jahweh’s toorn los tegen Israël; Hij gaf hen prijs aan plunderzieke benden,

15Bij al wat ze ondernamen was de hand van Jahweh tegen hen ten verderve gericht, zoals Jahweh gezegd had, zoals Jahweh het hun had gezworen. Maar als ze dan erg verdrukt werden,

16deed Jahweh Rechters opstaan, om ze uit de greep van die plunderaars te bevrijden.

17Maar zelfs naar hun Rechters luisterden ze niet. Ontuchtig liepen ze vreemde goden achterna, om die te vereren; dadelijk weken ze af van de weg, door hun vaderen bewandeld, die naar Jahweh’s voorschriften hadden geluisterd, wat zij niet deden.

18Als Jahweh hun Rechters verwekt had, dan was Jahweh ook met den Rechter, en bevrijdde Hij hen van hun vijanden, zolang de Rechter leefde; want hun gejammer om hun verdrukkers en vervolgers ging Jahweh ter harte.

19Maar nauwelijks was de Rechter gestorven, of ze maakten het nog erger dan hun vaders; ze liepen vreemde goden achterna, dienden en vereerden hen, en lieten niets achterwege, wat in hun handel en wandel verkeerd was geweest.

Bekijk in andere vertalingen →

Psalm

Psalmen 106:34-44

Petrus Canisius Vertaling

34Ook verdelgden ze de volkeren niet, Zoals Jahweh het hun had bevolen;

35Maar ze vermengden zich met de heidenen, En leerden hun gewoonten aan:

36Ze vereerden hun beelden, en die werden hun strik;

37Ze brachten hun zonen en dochters aan de goden ten offer;

39Zo bezoedelden ze zich door eigen maaksels, En dreven overspel met het werk hunner handen!

40Toen werd Jahweh vergramd op zijn volk, En zijn erfdeel begon Hem te walgen:

43En al bracht Hij hun telkens verlossing, Ze bleven in hun opstand volharden! Maar werden ze door hun misdaad vermorzeld,

44Dan zag Hij neer op hun nood, zodra Hij hun smeken vernam;

Bekijk in andere vertalingen →

Evangelie

Mattheüs 19:16-22

Petrus Canisius Vertaling

16En zie, daar trad iemand op Hem toe, die tot Hem sprak: Goede Meester, wat goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen?

17Hij zeide hem: Waarom vraagt ge Mij naar het goede; Eén is er goed. Wilt ge dus het leven binnengaan, onderhoud dan de geboden.

18Hij zei Hem: Welke? En Jesus sprak: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel doen;

19eer uw vader en moeder; heb uw naaste lief als uzelf.

20De jonge man zeide tot Hem: Dat alles heb ik onderhouden; wat ontbreekt me nog?

21Jesus zeide hem: Zo ge volmaakt wilt zijn, ga dan verkopen wat ge bezit, geef het aan de armen, en ge zult een schat in de hemel bezitten. Kom dan, en volg Mij.

22Maar toen de jongeling dit woord vernam, ging hij treurig heen; want hij had veel bezittingen.

Bekijk in andere vertalingen →

Snelle Acties