Psalmen 106:34-44

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

34

Ook verdelgden ze de volkeren niet, Zoals Jahweh het hun had bevolen;

35

Maar ze vermengden zich met de heidenen, En leerden hun gewoonten aan:

36

Ze vereerden hun beelden, en die werden hun strik;

37

Ze brachten hun zonen en dochters aan de goden ten offer;

38

Ze gingen onschuldig bloed vergieten, Het bloed van hun zonen en dochters; Ze offerden het aan de beelden van Kanaän, En het land werd door hun bloedschuld ontwijd.

39

Zo bezoedelden ze zich door eigen maaksels, En dreven overspel met het werk hunner handen!

40

Toen werd Jahweh vergramd op zijn volk, En zijn erfdeel begon Hem te walgen:

41

Hij leverde ze aan de heidenen uit, En hun haters werden hun meesters;

42

Ze werden verdrukt door hun vijand, Moesten bukken onder hun macht.

43

En al bracht Hij hun telkens verlossing, Ze bleven in hun opstand volharden! Maar werden ze door hun misdaad vermorzeld,

44

Dan zag Hij neer op hun nood, zodra Hij hun smeken vernam;