Wijsheid 3

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Maar de zielen der rechtvaardigen zijn in Gods hand; Geen kwelling kan hen deren.

WILLIBRORD

De zielen van de rechtvaardigen echter zijn in Gods hand en geen foltering zal hen deren.

2
CANISIUS

In het oog der dwazen was het, of zij stierven; Men beschouwde hun einde wel als een ramp,

WILLIBRORD

In de ogen van de dwazen schenen zij dood te zijn en hun heengaan werd als een onheil beschouwd,

3
CANISIUS

En hun heengaan van ons als het einde van alles: Maar toch zijn zij in vrede.

WILLIBRORD

hun verdwijnen uit ons midden als een vernietiging. Zij zijn echter in vrede.

4
CANISIUS

Want al scheen het voor de mensen, dat ze werden gestraft, Toch is het de onsterfelijkheid, die hen wacht,

WILLIBRORD

Ook al worden zij naar de mening van de mensen gestraft, zij zijn vervuld van één hoop, de onsterfelijkheid;

5
CANISIUS

En na die korte kastijding worden ze rijkelijk beloond. Want God was het, die hen beproefde En hen Zijner waardig bevond;

WILLIBRORD

na een korte tuchtiging zullen zij een grote weldaad ontvangen, omdat God hen op de proef heeft gesteld en bevonden heeft, dat zij Hem waardig zijn.

6
CANISIUS

Als goud in de smeltoven heeft Hij hen beproefd, Maar als een aangenaam brandoffer hen aanvaard.

WILLIBRORD

Als goud in de smeltkroes heeft Hij hen gekeurd; als een brandoffer heeft Hij hen aanvaard.

7
CANISIUS

Als de tijd van hun vergelding komt zullen zij schitteren Als sprankelende vonken in een stoppelveld;

WILLIBRORD

Wanneer dan de tijd van hun oordeel komt, zullen zij ontbranden en als vlammen door een stoppelveld jagen.

8
CANISIUS

Zij zullen de volkeren richten en de naties beheersen, En de Heer zal hun koning zijn voor eeuwig.

WILLIBRORD

Zij zullen rechtspreken over de naties en heersen over de volkeren en de Heer zal hun koning zijn, in eeuwigheid

9
CANISIUS

Die op Hem hopen, zullen zijn trouw ondervinden, En die Hem trouw zijn, in zijn liefde verblijven; Want genade en erbarming vallen zijn uitverkorenen ten deel.

WILLIBRORD

Zij die op Hem vertrouwen zullen de waarheid verstaan en zij die trouw zijn zullen in liefde bij Hem verblijven, want genade en barmhartigheid vallen zijn uitverkorenen ten deel.

10
CANISIUS

Maar de zondaars worden naar hun gezindheid bestraft, Omdat ze den vrome verachten en den Heer verlaten.

WILLIBRORD

De goddelozen echter zullen de straf krijgen, die zij met hun redeneringen verdiend hebben, want zij hebben de rechtvaardige veracht en zijn van de Heer afvallig geworden.

11
CANISIUS

Want ongelukkig, wie wijsheid en tucht versmaden! Ijdel is hun hoop en hun zwoegen vergeefs, Nutteloos zijn hun werken;

WILLIBRORD

Hij immers die wijsheid en tucht geringschat is een ongelukkig mens: ijdel is hun hoop en hun moeite vergeefs en nutteloos zijn hun werken.

12
CANISIUS

Hun vrouwen zijn onbezonnen, Hun kinderen slecht;

WILLIBRORD

Hun vrouwen zijn dwaas en hun kinderen verdorven; vervloekt is hun nageslacht.

13
CANISIUS

Vervloekt is hun geslacht! Maar gelukkig de kinderloze, die haar reinheid bewaart, En haar sponde zondeloos weet: Bij de vergelding der zielen oogst zij haar vrucht!

WILLIBRORD

Zalig de onvruchtbare vrouw, die zich niet heeft bezoedeld, die van geen zondig bed heeft geweten: zij zal vrucht dragen bij het oordeel over de zielen.

14
CANISIUS

Zo ook de eunuch, die geen boosheid bedrijft, En geen kwaad begeert tegen den Heer; Want een heerlijk loon ontvangt hij voor zijn trouw, Een kostelijk aandeel in de tempel des Heren.

WILLIBRORD

Zalig ook de castraat, wiens hand de wet niet heeft geschonden en die geen zondige gedachten tegen de Heer heeft gekoesterd. want hij zal voor zijn trouw een uitgelezen gunstbewijs ontvangen en een kostelijker aandeel aan de tempel van de Heer.

15
CANISIUS

Overheerlijk toch is de vrucht der goede werken, En de wortel der wijsheid blijft onvergankelijk.

WILLIBRORD

Het streven naar het goede immers brengt roemrijke vruchten voort en zijn wortel, de verstandigheid, is zonder gebrek.

16
CANISIUS

Maar de kinderen van echtbrekers gedijen niet; Kroost, dat in zonde verwekt is, gaat te gronde.

WILLIBRORD

Kinderen van echtbrekers evenwel zullen niet tot hun bestemming komen en wie in een onwettig bed verwekt is zal spoorloos verdwijnen.

17
CANISIUS

Al leven ze ook lang, ze zijn niet in tel, En eerloos is ten slotte hun ouderdom;

WILLIBRORD

Al leven zij lang, zij zullen nooit in tel zijn en het loopt uit op een ouderdom zonder aanzien.

18
CANISIUS

En sterven ze jong, ze hebben geen hoop, Geen vertroosting op de dag van het oordeel.

WILLIBRORD

En sterven zij vroeg, voor hen is er geen hoop en op de dag van het oordeel geen troost,

19
CANISIUS

Want rampzalig is het einde van een boos geslacht!

WILLIBRORD

want hard is het einde van een boos geslacht.