Spreuken 16

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Wel kan de mens bij zichzelf overleggen, Maar van Jahweh komt het antwoord van de mond.

WILLIBRORD

Een mens overlegt in zijn hart, maar het antwoord van de tong komt van Jahwe.

2
CANISIUS

Al denkt de mens, dat al zijn wegen onschuldig zijn, Het is Jahweh, die de harten toetst!

WILLIBRORD

Heel het gedrag van een mens mag in zijn eigen ogen rein zijn, Jahwe toetst de geesten.

3
CANISIUS

Wentel uw zorgen op Jahweh af, Dan komen uw plannen ten uitvoer.

WILLIBRORD

Beveel Jahwe uw werken aan en uw plannen zullen slagen.

4
CANISIUS

Jahweh heeft alles gemaakt met een doel, Zo ook den zondaar voor de dag van het onheil.

WILLIBRORD

Jahwe heeft alles gemaakt voor zijn doel; zelfs de zondaar heeft Hij bestemd voor de dag van het onheil.

5
CANISIUS

Jahweh verafschuwt alle hooghartige mensen; De hand erop: ze ontkomen niet aan hun straf.

WILLIBRORD

Alle hoogmoedigen zijn Jahwe een gruwel. De hand erop: zij blijven niet ongestraft.

6
CANISIUS

Door oprechte liefde wordt de zonde uitgeboet, Uit vrees voor Jahweh leert men het kwaad mijden.

WILLIBRORD

Door liefde en trouw wordt de zonde verzoend; door de vrees voor Jahwe vermijdt men het kwaad.

7
CANISIUS

Als Jahweh behagen heeft in iemands wegen, Maakt Hij zelfs diens vijanden met hem bevriend.

WILLIBRORD

Als Jahwe behagen heeft in iemands gedrag, zal Hij zelfs diens vijanden met hem verzoenen.

8
CANISIUS

Beter weinig met eerlijke middelen, Dan rijke inkomsten door onrecht.

WILLIBRORD

Beter weinig, met gerechtigheid, dan grote inkomsten, met onrecht.

9
CANISIUS

Al kan de mens bij zichzelf overleggen, Het is Jahweh, die zijn schreden richt.

WILLIBRORD

Het hart van een mens overdenkt zijn weg, maar Jahwe richt zijn schreden.

10
CANISIUS

Van ‘s konings lippen komt een orakel, Bij een rechtszaak faalt zijn uitspraak niet.

WILLIBRORD

Gods woord ligt op de lippen van de koning: zijn mond faalt niet wanneer hij vonnist.

11
CANISIUS

Een juiste balans en weegschaal zijn van Jahweh, En iedere gewichtssteen is zijn werk.

WILLIBRORD

De balans en de eerlijke weegschaal komen van Jahwe; de hele bundel weegstenen is zijn werk.

12
CANISIUS

Koningen moeten een afschuw van misdaden hebben; Alleen door rechtvaardigheid staat een troon sterk.

WILLIBRORD

Het bedrijven van kwaad is de koningen een gruwel, want een troon wordt bevestigd door gerechtigheid.

13
CANISIUS

Een koning heeft welbehagen in eerlijke taal, En houdt van iemand, die waarheid spreekt.

WILLIBRORD

Een koning vindt zijn welgevallen in oprechte taal en hem die rechtschapen spreekt heeft hij lief.

14
CANISIUS

De toorn eens konings is de bode van de dood; Een wijs man weet hem te ontwapenen.

WILLIBRORD

De toorn van een koning is een boodschapper van de dood, maar een wijs man brengt hem tot bedaren.

15
CANISIUS

Een vriendelijk gezicht van den koning betekent leven, Zijn welgevallen is als een wolk vol lenteregen.

WILLIBRORD

In het stralend gelaat van de koning ligt het leven; zijn gunst is als een wolk die lenteregen brengt.

16
CANISIUS

Wijsheid verwerven is beter dan goud, Ervaring krijgen verkieslijker dan zilver.

WILLIBRORD

Wijsheid verwerven: hoeveel beter is dat dan goud! Inzicht verwerven: het is te verkiezen boven zilver!

17
CANISIUS

Het pad der deugdzamen weet het kwaad te vermijden; Wie op zijn weg let, beschermt zichzelf.

WILLIBRORD

Wie het pad van de rechtschapenen betreedt, ontkomt aan het kwaad en wie acht geeft op zijn weg, beschermt zichzelf.

18
CANISIUS

Hoogmoed komt vóór de val, Hooghartigheid, voordat men struikelt.

WILLIBRORD

De hovaardij gaat vooraf aan de rampspoed, de hoogmoed aan de val.

19
CANISIUS

Beter deemoedig te zijn met armen, Dan met hovaardigen buit te delen.

WILLIBRORD

Men kan beter deemoedig zijn met de geringen dan met de hoogmoedigen de buit te verdelen.

20
CANISIUS

Wie op zijn woorden let, heeft het goed; Gelukkig hij, die op Jahweh vertrouwt!

WILLIBRORD

Wie acht geeft op het woord, vindt het geluk, en zalig hij die op Jahwe vertrouwt.

21
CANISIUS

Een wijze geest wordt verstandig genoemd, Maar met goede woorden bereikt men nog meer.

WILLIBRORD

Wie wijs is van hart, wordt verstandig genoemd en aangename taal geeft kracht aan het betoog.

22
CANISIUS

Inzicht is een levensbron voor wie het bezit, Dwazen worden met dwaasheid bestraft.

WILLIBRORD

Het verstand is een levensbron voor wie het bezitten, maar de dwazen worden gestraft door hun dwaasheid.

23
CANISIUS

Een wijze geest spreekt verstandige taal, Hij maakt, dat zijn woorden overtuigen.

WILLIBRORD

Het hart van een wijze maakt zijn mond verstandig en geeft kracht aan het betoog van zijn lippen.

24
CANISIUS

Vriendelijke woorden zijn een honingraat, Zoet voor de ziel en verkwikkend voor het gebeente.

WILLIBRORD

Aangename woorden zijn raten vol honing, zoet voor de ziel en gezond voor het gebeente.

25
CANISIUS

Soms houdt men een weg voor de rechte, Die tenslotte uitloopt op de dood.

WILLIBRORD

Soms denkt een mens, dat zijn weg recht is, maar tenslotte leidt die toch naar de dood.

26
CANISIUS

De honger zet den arbeider aan tot werken; Zijn mond dwingt hem ertoe.

WILLIBRORD

De honger van de werkman werkt voor hem, want zijn mond laat hem geen rust.

27
CANISIUS

Een man, die niet deugt, is een oven van boosheid; Op zijn lippen brandt als het ware een vuur.

WILLIBRORD

Een booswicht delft boosheid op en op zijn lippen ligt als het ware een verzengend vuur.

28
CANISIUS

Een wispelturig mens stuurt op ruzie aan, Een lastertong brengt onenigheid tussen vrienden.

WILLIBRORD

Een man met slinkse streken brengt ruzie teweeg en een lasteraar stoot zijn vriend van zich af.

29
CANISIUS

Een booswicht tracht zijn naaste te verleiden, En hem te brengen op een weg, die niet deugt.

WILLIBRORD

Een onverlaat troont zijn naaste mee en brengt hem op de weg van de misdaad.

30
CANISIUS

Wie zijn ogen toeknijpt, is iets vals van plan; Wie zijn lippen opeenperst, heeft het kwaad al gedaan.

WILLIBRORD

Wie zijn oog toeknijpt, beraamt slinkse streken; wie zijn lippen samenperst, heeft het kwaad al gereed.

31
CANISIUS

Het grijze haar is een heerlijke kroon, Die op het pad der deugd wordt verkregen.

WILLIBRORD

Grijze haren zijn een heerlijke kroon: op de weg van de gerechtigheid is die kroon te vinden.

32
CANISIUS

Een lankmoedig man is meer waard dan een krachtmens; Wie zichzelf beheerst, staat hoger, dan wie een stad bedwingt.

WILLIBRORD

Een lankmoedig man is meer dan een groot strijder en wie zichzelf bedwingt is meer dan wie een stad verovert.

33
CANISIUS

Wel wordt het lot in de schoot geworpen Maar wat het uitwijst, komt van Jahweh.

WILLIBRORD

In de plooi van het kleed wordt het lot geschud, maar wat het ook beslist, het komt van Jahwe.