Romeinen 15
Alle 2 beschikbare vertalingen
Wij die sterk zijn, we moeten de gevoeligheden der zwakken ontzien, en niet onszelf zoeken.
Wij die bij de sterken horen, hebben de plicht de gevoeligheid van de zwakken te ontzien, zonder rekening te houden met onszelf.
Ieder van ons moet het welzijn van den naaste zoeken, om hem te stichten.
Laat ieder van ons bedacht zijn op het welzijn en de stichting van zijn naaste.
Ook Christus heeft zichzelf niet gezocht; maar zoals geschreven staat: "De smaad van
Ook Christus heeft geen rekening gehouden met zichzelf. Hij heeft het woord van de Schrift vervuld: De smaad van hen die U smaden is op Mij neergekomen.
alles toch wat vroeger geschreven werd, is tot onze onderrichting geschreven, opdat we de hoop zouden verkrijgen door het geduld en de vertroosting, die de Schriften ons bieden.
Want alles wat eertijds is opgeschreven, werd opgetekend tot onze lering, opdat wij door de volharding en de vertroosting die wij putten uit de Schrift in hoop zouden leven.
De God van geduld en vertroosting schenke u dan de geest van onderlinge eensgezindheid naar het voorbeeld van Christus Jesus,
God, die de volharding en de vertroosting schenkt, verlene u ook eensgezindheid in de geest van Christus Jezus,
opdat gij eendrachtig en uit één mond den God en Vader van onzen Heer Jesus Christus verheerlijken moogt.
opdat gij één van hart en uit één mond de God en Vader van onze Heer Jezus Christus moogt verheerlijken.
Gij moet u dus tot elkander getrokken gevoelen, zoals ook Christus Zich onzer heeft aangetrokken tot verheerlijking van God.
Aanvaardt daarom elkander als leden van een gemeenschap, zoals ook Christus ons in zijn gemeenschap heeft opgenomen, ter ere Gods.
Ik bedoel, dat Christus de Bedienaar der besnijdenis is geworden, opdat Gods getrouwheid zou blijken door de vervulling der beloften aan de Vaders;
Ik bedoel dit: ter wille van Gods trouw is Christus dienaar geweest van het Joodse volk, om de beloften aan de aartsvaders waar te maken;
maar dat de heidenen God om zijn barmhartigheid moeten verheerlijken, zoals er geschreven staat: "Daarom zal ik U onder de heidenen belijden, En een lofzang aanheffen ter ere
maar de heidenen moeten God verheerlijken om zijn erbarming, volgens het woord van de Schrift: Daarom zal ik U loven onder de heidenen en uw naam met psalmen prijzen.
En wederom zegt ze: "Verheugt u, gij heidenen, Te zamen met zijn volk!"
En nog eens zegt zij: Verheugt u, heidenen, tezamen met zijn volk.
En eveneens: "Looft den Heer, alle heidenen, Verheerlijkt Hem, alle naties!"
En elders: Prijst de Heer, alle heidenen; looft Hem, alle volken.
En Isaias zegt weer: "Het zal de Wortel van Jesse zijn, Die opstaat om ook over de
En ten slotte zegt Jesaja: De Wortel van Isaï zal verschijnen, Hij die opstaat om te heersen over de heidenen. Op Hem zullen de heidenvolken hun hoop vestigen.
Moge dan de God van hoop door het geloof u vervullen met alle vreugde en vrede; opdat gij rijke overvloed van hoop moogt verwerven door de kracht van den heiligen Geest!
Moge de God van de hoop u vervullen met alle vreugde en vrede in het geloven, zodat gij overvloeit van hoop, door de kracht van de heilige Geest.
Eigenlijk gezegd, mijn broeders, ben ik er voor mezelf van overtuigd, dat gij toch al vervuld zijt met goede gevoelens en vol van alle kennis, en dat gij zelf in staat zijt, elkaar te vermanen.
Broeders, ik voor mij twijfel er niet aan of gij zijt best in staat zelf elkaar van advies te dienen; ge zijt immers bezield met de beste bedoelingen en toegerust met alle mogelijke kennis.
Toch heb ik u hier en daar tamelijk vrijmoedig geschreven, daar ik u een en ander in herinnering had te brengen krachtens de genade door God mij geschonken:
Toch heb ik u hier en daar met een zekere vrijmoedigheid geschreven, om u een en ander in herinnering te brengen, uit kracht van de genade die mij van Godswege is geschonken.
om onder de heidenen een dienaar van Christus Jesus te zijn in de heilige dienst van het Evangelie Gods; opdat de heidenen een welgevallige offerande zouden worden, geheiligd door den heiligen Geest.
Hij heeft mij bestemd voor de heilige dienst van Christus Jezus onder de heidenen, om het evangelie van God te bedienen, om Hem de volken aan te bieden als een welkome gave, geheiligd door de Heilige Geest.
En op deze dienst van God beroem ik mij in Christus Jesus.
Hierop mag ik mij in Christus Jezus bij God beroemen.
Want ik zal me niet verstouten, over iets anders te spreken, dan over wat Christus door mij heeft uitgewerkt tot bekering der heidenen, door woord en door daad,
Want ik verstout mij niet over iets anders te spreken dan over hetgeen Christus door mij tot stand heeft gebracht voor de bekering van de heidenen, door woord en daad,
door kracht van tekenen en wonderen, en door de kracht van den heiligen Geest. Zó heb ik wel van Jerusalem af tot Illúrië toe in alle richtingen het Evangelie van Christus in al zijn volheid verkondigd;
door machtige wondertekenen, in de kracht van de Geest. Zo heb ik van Jeruzalem en omgeving tot de kust van Dalmatië de prediking van het evangelie van Christus voltooid.
maar evenzeer was het mij een erezaak, nergens het Evangelie te preken, waar de naam van Christus reeds werd genoemd; om niet op de grondslagen van anderen te bouwen,
Alleen was het mij een erezaak het nergens te verkondigen waar de naam van Christus reeds genoemd was. Ik wil niet bouwen op een fundament dat door anderen is gelegd.
maar zoals er geschreven staat: "Zij zullen Hem zien, Wien Hij niet was verkondigd;
maar houd mij aan het woord van de Schrift: Zij zullen aanschouwen, die geen boodschap over Hem hebben vernomen. Zij moeten tot inzicht komen, die nog niet van Hem hebben gehoord.
Dit is dan ook de reden, waarom ik telkens verhinderd werd, u te bezoeken.
Dit is dan ook de reden waarom ik telkens verhinderd was bij u te komen.
Maar nu ik in deze streken geen arbeidsveld meer heb, en ik toch reeds sinds vele jaren het verlangen had, u te bezoeken,
Maar nu heb ik in deze streken geen arbeidsveld meer, en al jaren verlang ik vurig u te bezoeken,
nu hoop ik dus, wanneer ik naar Spanje vertrek, u op mijn doorreis te zien, en dan door u verder voortgeholpen te worden, wanneer ik eerst een weinig althans van de omgang met u zal hebben genoten.
als ik naar Spanje ga. Ik hoop namelijk u op doorreis te zien en met uw steun mijn tocht naar Spanje voort te zetten, nadat ik eerst enige tijd van uw gezelschap genoten heb.
Thans vertrek ik naar Jerusalem, om aan de heiligen mijn diensten te bewijzen.
Op het ogenblik sta ik op het punt naar Jeruzalem te vertrekken ter ondersteuning van de heiligen.
Want Macedónië en Achaja hebben het goede besluit genomen, een inzameling te houden ten bate van de armen onder de heiligen van Jerusalem.
Want de gemeenten van Macedonië en Achaïa hebben besloten een collecte te houden voor de armen onder de heiligen te Jeruzalem.
Ze hebben dat goede besluit genomen, daar ze ook verplichtingen aan hen hebben; want wanneer de heidenen deel hebben gekregen aan hùn geestelijke goederen, dan zijn dezen ook verplicht, hèn met stoffelijke goederen te ondersteunen.
Een mooi besluit, maar zij staan ook bij hen in de schuld; daar de heidenen deel hebben gekregen aan hun geestelijke gaven, zijn zij van hun kant verplicht hen materieel bij te staan.
Wanneer ik dus deze zaak heb afgewikkeld en hun deze opbrengst ter hand heb gesteld, zal ik naar Spanje vertrekken, en dan bij u aankomen.
Wanneer ik dan deze taak volbracht en hun de opbrengst veilig ter hand gesteld heb, zal ik over Rome naar Spanje reizen.
En ik weet, dat ik met de volheid van Christus zegen zal komen, wanneer ik u kom bezoeken.
Ik weet zeker, dat als ik u bezoek, ik zal komen met een volle zegen van Christus.
Ik smeek u dan broeders, bij onzen Heer Jesus Christus en bij de liefde van den Geest, mij in de strijd te helpen door uw gebeden, die ge voor mij opstiert tot God;
Maar ik doe een beroep op u, broeders, bij onze Heer Jezus Christus en de liefde van de Geest: staat mij bij in de strijd; bidt God voor mij,
opdat ik ontkomen mag aan de ongelovigen van Judea, en mijn dienstbetoon voor Jerusalem door de heiligen op prijs wordt gesteld;
dat ik mag ontkomen aan de aanslagen van de weerspanningen in Judea, en dat mijn hulpactie voor Jeruzalem bij de heiligen aldaar in goede aarde mag vallen.
en opdat ik dan, zo God het wil, met blijdschap u bezoeken mag, en mij verpozen in uw midden.
Dan zal ik, als God het wil, vol vreugde bij u komen en rust vinden in uw midden.
De God van de vrede zij met u allen. Amen!
De God van de vrede zij met u allen! Amen.
Gebruikt uw nuchter verstand, zoals het behoort, en zondigt niet. Want er zijn er, die van God geen begrip hebben. Ik zeg het tot uw beschaming.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Maar, zal iemand zeggen: Op welke wijze verrijzen de doden; met wat voor lichaam komen ze terug?
Niet beschikbaar in deze vertaling
Gij dwaas! Wat ge zelf zaait, wordt niet levend, zo het niet gestorven is;
Niet beschikbaar in deze vertaling
bovendien wat ge zaait, is niet de uitwendige gestalte, die te voorschijn treedt, doch een naakte korrel, bijvoorbeeld van graan of iets anders;
Niet beschikbaar in deze vertaling
maar God geeft er een gestalte aan, zoals het Hem behaagt, en wel aan ieder zaad zijn eigen gestalte.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Alle vlees is niet hetzelfde; maar anders is dat van mensen, anders dat van het vee, van vogels en vissen.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Er zijn hemellichamen en aardse lichamen, maar de glans der hemelse is anders dan die der aardse.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Anders is de glans van de zon, anders de glans van de maan, anders de glans van de sterren; zelfs de ene ster verschilt van de andere in glans.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Zo is het ook met de opstanding der doden: Het wordt gezaaid in bederf, Het verrijst onbederflijk.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Het wordt gezaaid in oneer, Het verrijst in heerlijkheid. Het wordt gezaaid in zwakheid, Het verrijst in kracht.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Een ziele-lichaam wordt gezaaid, Een geestelijk lichaam verrijst! Bestaat er een ziele-lichaam, er bestaat ook een geestelijk lichaam.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Aldus staat er ook geschreven: "De eerste mens Adam werd een levende ziel;" de laatste
Niet beschikbaar in deze vertaling
Niet het geestelijke gaat vooraf, maar wel het bezielde; daarna komt het geestelijke.
Niet beschikbaar in deze vertaling
De eerste mens was uit de aarde, aards; de tweede Mens is uit de hemel.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Welnu, zoals de aardse was, zo zijn ook de aardse; zoals de Hemelse was, zo zullen ook de hemelse zijn;
Niet beschikbaar in deze vertaling
en zoals we de gestalte van den aardsen hebben gedragen, zo moeten we ook de gestalte van den Hemelsen dragen.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Ik bedoel dit, broeders: vlees en bloed kunnen geen deel hebben aan het koninkrijk Gods, en het bederf heeft geen deel aan het onbederflijke.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Zie ik deel u een geheimenis mee: Niet allen zullen wij ontslapen, maar wel allen van gedaante veranderen;
Niet beschikbaar in deze vertaling
plotseling, in een oogwenk, bij de laatste stoot der bazuin. Want zodra de bazuin zal schallen, zullen de doden verrijzen, onbederflijk, maar wij van gedaante veranderen.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Want dit bederflijke moet met het onbederflijke worden bekleed; dit sterflijke met onsterflijkheid.
Niet beschikbaar in deze vertaling
En zodra dit bederflijke met het onbederflijke is bekleed, en dit sterflijke met onsterflijkheid, wordt het woord vervuld, dat geschreven staat: De dood is verzwolgen in overwinning.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel?
Niet beschikbaar in deze vertaling
De prikkel des doods is de zonde; de kracht der zonde de Wet.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Maar God zij dank, die ons de overwinning geeft door Jesus Christus onzen Heer.
Niet beschikbaar in deze vertaling
En daarom, mijn geliefde broeders, staat onbewegelijk vast, weest ten allen tijde rijk in ‘s Heren werk; gij weet, dat uw arbeid niet vergeefs is in den Heer.
Niet beschikbaar in deze vertaling