Romeinen 13

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Iedereen moet onderworpen zijn aan het hogere gezag; want alle gezag komt van God, en ook het thans bestaande gezag is verordend door God.

WILLIBRORD

Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagdragers die boven hem staan. Want er is geen gezag dan van God. Ook het bestaande gezag is door God ingesteld.

2
CANISIUS

Wie zich dus verzet tegen het gezag, verzet zich tegen de verordening van God; en de weerspannigen zullen hun veroordeling krijgen.

WILLIBRORD

Wie zich dus tegen het gezag verzet, verzet zich tegen Gods verordening, en wie dit doen, roepen een vonnis over zich af.

3
CANISIUS

Want de overheid is niet te duchten bij een goed, maar wel bij een slecht gedrag. Wilt ge dus niets te vrezen hebben van het gezag? Gedraag u dan behoorlijk, en ge

WILLIBRORD

De overheden zijn niet te duchten bij een goede, wel bij een slechte daad. Wilt gij zonder vrees voor het gezag leven, doet het goede, en het gezag zal u prijzen.

4
CANISIUS

want het is een dienaar van God tot uw eigen welzijn. Maar ge moet vrezen, wanneer ge u onbehoorlijk gedraagt; want het voert het zwaard niet voor niets; want als dienaar van God is het met de bestraffing van den misdadiger belast.

WILLIBRORD

Want de overheid staat in dienst van God voor uw welzijn. Doet gij echter het kwade, dan moet gij vrezen; zij draagt het zwaard niet voor niets. Zij is een werktuig van God om aan de boosdoener de rechtvaardige straf te voltrekken.

5
CANISIUS

Het is dus noodzakelijk, dat men zich onderwerpt; niet alleen om de straf, maar ook uit plichtsbesef.

WILLIBRORD

Daarom is het nodig dat gij u onderwerpt, niet alleen uit vrees voor straf, maar ook ter wille van een goed geweten.

6
CANISIUS

Om dezelfde reden ook moet gij de belasting betalen; want de 13:is beambte van God, en is voortdurend in beslag genomen door haar taak.

WILLIBRORD

Om dezelfde reden betaalt gij ook belasting; de beambten staan in dienst van God, en wijden daaraan al hun aandacht.

7
CANISIUS

Geeft dus aan allen wat hun toekomt; belasting aan wien gij belasting, tol aan wien gij tol, ontzag aan wien gij ontzag, eer aan wien gij eer zijt verschuldigd.

WILLIBRORD

Geeft ieder wat hem toekomt: belasting en rechten aan wie gij belasting en rechten verschuldigd zijt, ontzag en eerbied aan wie ontzag en eerbied toekomen.

8
CANISIUS

Blijft niemand iets schuldig dan wederkerige liefde. Want hij die zijn naaste bemint, heeft de Wet vervuld.

WILLIBRORD

Zorgt dat gij niemand iets schuldig zijt. Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde. Wie zijn naaste bemint, heeft de wet vervuld.

9
CANISIUS

Immers het gebod: "Ge zult geen overspel bedrijven, ge zult niet doodslaan, ge zult

WILLIBRORD

Want de geboden: gij zult niet echtbreken, niet doden, niet stelen, niet begeren, en alle andere kan men samenvatten in dit ene woord: Bemin uw naaste als uzelf.

10
CANISIUS

De liefde berokkent den naaste geen kwaad; de liefde volbrengt dus de ganse Wet.

WILLIBRORD

De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad. Liefde vervult de gehele wet.

11
CANISIUS

Bovendien, gij weet, dat het tijd is, en dat het uur is geslagen, om op te staan uit de slaap; want thans is het heil ons meer nabij, dan toen we het geloof hebben omhelsd.

WILLIBRORD

Bovendien, gij kent de tijd waarin wij leven, gij weet dat het uur om uit de slaap te ontwaken reeds is aangebroken. Thans is ons heil dichterbij dan toen wij tot het geloof kwamen.

12
CANISIUS

De nacht is ver gevorderd, de dag breekt aan. Laat ons dus afleggen de werken der duisternis, en ons omgorden met de wapenen van het licht.

WILLIBRORD

De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan. Laten wij ons dus ontdoen van de werken der duisternis en ons wapenen met het licht.

13
CANISIUS

Laat ons dus onberispelijk leven, zoals we dit doen op klaarlichte dag; niet in brasserij en dronkenschap, niet in ontucht en losbandigheid, niet in twist en ijverzucht.

WILLIBRORD

Laten wij ons behoorlijk gedragen, als op klaarlichte dag, en ons onthouden van braspartijen en drinkgelagen, van ontucht en losbandigheid, van twist en nijd.

14
CANISIUS

Maar omkleedt u met den Heer Jesus Christus, en vertroetelt het vlees niet tot begeerlijkheid.

WILLIBRORD

Bekleedt u met de Heer Jezus Christus, en koestert geen zondige begeerten meer.