Romeinen 10

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Broeders, de wens van mijn hart en mijn bede tot God zijn op hun redding gericht!

WILLIBRORD

Broeders, het is mijn vurige wens en ik bid tot God, dat zij gered worden.

2
CANISIUS

En ik moet van hen getuigen, dat ze ijver hebben voor God, maar niet aan het juiste inzicht gepaard.

WILLIBRORD

Ik moet erkennen dat zij godsdienstige ijver hebben, maar die ijver is zonder inzicht.

3
CANISIUS

Want daar ze de gerechtigheid Gods niet hebben begrepen, en een eigen gerechtigheid tot stand wilden brengen, hebben ze zich niet onderworpen aan de gerechtigheid Gods.

WILLIBRORD

Met hun miskenning van de gerechtigheid Gods en hun pogen een eigen gerechtigheid op te richten hebben zij geweigerd zich aan het heil van God te onderwerpen.

4
CANISIUS

Immers Christus is het eind van de Wet, om te rechtvaardigen al wie gelooft.

WILLIBRORD

Want Christus betekent het einde van de wet en gerechtigheid voor ieder die gelooft.

5
CANISIUS

Zeker, Moses schrijft, dat de mens, die de gerechtigheid der Wet onderhoudt, daarin zal leven.

WILLIBRORD

Over de gerechtigheid door de wet schrijft Mozes: De mens die haar volbrengt, zal door haar tot het leven komen.

6
CANISIUS

Maar de gerechtigheid uit het geloof spreekt aldus: "Zeg niet in uw hart: wie zal

WILLIBRORD

Maar de gerechtigheid uit het geloof spreekt aldus: Zeg niet bij uzelf: Wie zal ten hemel stijgen? alsof het nodig was Christus te doen afdalen;

7
CANISIUS

of wie zal naar de afgrond dalen, om Christus te doen opstijgen uit de doden."

WILLIBRORD

of: Wie zal neerdalen in de onderwereld? alsof het nodig was Christus uit het dodenrijk te doen opstijgen.

8
CANISIUS

Neen, wat zegt ze? "Dicht bij u is het woord, in uw mond en in uw hart;" en dit is

WILLIBRORD

Neen, zegt de Schrift, het woord is vlakbij, het is in uw mond, het is in uw hart, het woord namelijk van het geloof, dat wij verkondigen.

9
CANISIUS

Welnu, wanneer ge belijdt met uw mond, dat Jesus de Heer is, en gelooft met uw hart, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, dan zult ge worden gered;

WILLIBRORD

Want als uw mond belijdt, dat Jezus de Heer is, en uw hart gelooft, dat God Hem van de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden.

10
CANISIUS

want men gelooft met het hart ter rechtvaardiging, en men belijdt met de mond ter redding.

WILLIBRORD

Het geloof van uw hart brengt de gerechtigheid en de belijdenis van uw mond het heil.

11
CANISIUS

De Schrift immers zegt: "Al wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd komen te staan."

WILLIBRORD

Zo zegt het de Schrift: Niemand die in Hem gelooft zal worden teleurgesteld.

12
CANISIUS

Neen, er bestaat geen onderscheid tussen Jood en Griek; Hij toch is dezelfde Heer voor allen; rijk voor allen, die Hem aanroepen;

WILLIBRORD

Er bestaat geen verschil tussen Jood en heiden. Zij hebben allen dezelfde Heer, rijk aan gaven voor allen die Hem aanroepen.

13
CANISIUS

"Al wie immers de naam des Heren zal aanroepen, zal worden gered."

WILLIBRORD

Want alwie de naam van de Heer aanroept zal gered worden.

14
CANISIUS

Hoe zullen ze Hem dan aanroepen, in wien ze niet hebben geloofd? En hoe zullen ze

WILLIBRORD

Maar hoe kan men Hem aanroepen zonder in Hem te geloven? Hoe in Hem geloven zonder van Hem te hebben gehoord? Hoe kan men van Hem horen, als niemand Hem verkondigt?

15
CANISIUS

En hoe zal men preken, als men niet gezonden is? Zoals er geschreven staat: "Hoe lieflijk

WILLIBRORD

En hoe zullen zij Hem verkondigen, als zij niet zijn gezonden? Gelijk er geschreven staat: Hoe lieflijk zijn de voeten van hen die het goede nieuws brengen.

16
CANISIUS

Maar niet allen hebben gehoor gegeven aan de Blijde Boodschap. Want Isaias zegt: "Heer,

WILLIBRORD

Maar niet allen hebben aan het goede nieuws gehoor gegeven. Jesaja zegt het reeds: Heer, wie heeft geloof geschonken aan onze prediking?

17
CANISIUS

Het geloof ontstaat dus door de prediking; de prediking geschiedt krachtens opdracht van Christus.

WILLIBRORD

Zo ontstaat dan het geloof door de prediking, en de prediking geschiedt in opdracht van Christus.

18
CANISIUS

Maar dan vraag ik: Hebben ze haar misschien niet gehoord? Toch wel! "Hun stem heeft

WILLIBRORD

Maar, zo vraag ik, hebben zij haar misschien niet gehoord? Toch wel: Hun geluid heeft zich over de gehele aarde verspreid en hun woorden weerklonken tot aan de uiteinden der wereld.

19
CANISIUS

Maar dan vraag ik: Heeft Israël het misschien niet begrepen? Maar vooreerst zegt reeds

WILLIBRORD

Maar, vraag ik weer, heeft Israël het misschien niet begrepen? Vooreerst is er Mozes, die zegt: Ik zal u naijverig maken op een volk dat geen volk is, en toornig op een volk zonder inzicht.

20
CANISIUS

En Isaias durft zeggen: "Ik ben gevonden door wie Mij niet zochten, Heb Mij geopenbaard

WILLIBRORD

En Jesaja zegt het onvervaard: Ik liet Mij vinden door wie Mij niet zochten. Ik heb Mij vertoond aan mensen die niet naar Mij gevraagd hebben.

21
CANISIUS

Maar tot Israël zegt hij: "De ganse dag stak Ik mijn handen uit Naar een ongelovig

WILLIBRORD

Maar Israël bedoelt hij, als hij zegt: De hele dag heb Ik mijn handen uitgestrekt naar een ongehoorzaam en weerspannig volk.

22
CANISIUS

Of zouden we den Heer soms willen uitdagen? Zijn wij soms sterker dan Hij?

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

23
CANISIUS

Alles is geoorloofd! Maar niet alles is heilzaam! Alles is geoorloofd! Maar niet alles is stichtend.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

24
CANISIUS

Niemand zoeke zijn eigen belang, maar dat van den naaste.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

25
CANISIUS

Al wat in de vleeshal verkocht wordt, moogt gij eten, zonder verder onderzoek te doen tot geruststelling van uw geweten.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

26
CANISIUS

Want: "Aan den Heer behoort de aarde met wat ze bevat."

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

27
CANISIUS

Zo een ongelovige u uitnodigt, en gij wilt er heen gaan, eet dan gerust al wat u wordt voorgezet, zonder verder onderzoek te doen tot geruststelling van het geweten.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

28
CANISIUS

Maar zo iemand u zegt: "dit is offervlees," eet er dan niet van, zowel om hem, die

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

29
CANISIUS

Ik bedoel niet uw eigen geweten, maar dat van den ander. Waarom toch zou mijn vrijheid op zich zelf genomen afgemeten worden naar het geweten van een ander?

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

30
CANISIUS

Wanneer ik na dankzegging van iets geniet, waarom zou ik gesmaald worden om iets, waarvoor ik dankzegging uitspreek?

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

31
CANISIUS

Derhalve, of gij eet, of drinkt, of wat gij ook doet, doet alles ter ere Gods!

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

32
CANISIUS

Geeft geen aanstoot aan Joden of heidenen, noch aan de Kerk van God;

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

33
CANISIUS

zoals ook ikzelf allen in ieder opzicht terwille ben, en niet mijn eigen belang zoek, maar dat van de grote menigte, opdat ze behouden wordt.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling