Psalmen 97

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

1

Jahweh is Koning! Laat de aarde jubelen, De ontelbare eilanden juichen!

2

Donkere wolken pakken zich om Hem heen, Recht en gerechtigheid schragen zijn troon.

3

Vuur gaat voor zijn aangezicht uit, En het vlamt om zijn schreden;

4

Zijn bliksems verlichten de wereld, De aarde ziet het, en beeft!

5

De bergen smelten als was voor het aanschijn van Jahweh, Voor den Heer van de volheid der aarde;

6

De hemelen kondigen zijn gerechtigheid aan, Alle volken aanschouwen zijn glorie.

7

Alle beeldenaanbidders worden te schande, Die zich op hun goden beroemen; En diep in het stof werpen alle afgoden Zich voor Hem neer.

8

Sion hoort het vol vreugde, Juda’s dochteren juichen, Jahweh, om uw gericht;

9

Want Gij zijt de Allerhoogste op heel de aarde, o Jahweh, Hoog boven alle goden verheven!

10

Jahweh heeft lief Die de ongerechtigheid haat; Hij behoedt het leven van zijn getrouwen, En redt ze uit de handen der bozen.

11

Een licht straalt over de rechtvaardigen uit, En blijdschap over de oprechten van hart;

12

De vromen zullen zich in Jahweh verheugen, En loven zijn heilige Naam!

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.