Psalmen 95

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

1

Komt, laat ons juichen ter ere van Jahweh, Jubelen voor de Rots van ons heil;

2

Laat ons met lofzangen voor zijn aangezicht treden, En onze liederen voor Hem zingen:

3

Want Jahweh is een machtige God! Hij is Koning, boven alle goden verheven:

4

Hij houdt in zijn hand de diepten der aarde, En de toppen der bergen behoren Hem toe;

5

Van Hem is de zee, Hij heeft ze geschapen, Het vaste land, dat zijn hand heeft gemaakt!

6

Komt, buigen en werpen wij ons neer, Knielen wij voor Jahweh, die ons heeft geschapen;

7

Want Hij is onze God, Wij het volk, dat Hij leidt, En de kudde aan zijn hand! Als gij dan heden mijn stem verneemt,

8

Verstokt uw hart als bij Meriba niet; Als op de dag van Massa in de woestijn,

9

Toen uw vaders Mij tartten en beproefden, Ofschoon ze mijn werken hadden aanschouwd!

10

Veertig jaar lang was dat geslacht Mij een walg, En Ik sprak: Steeds dwaalt hun hart van Mij af, En mijn wegen kennen ze niet.

11

Daarom zwoer Ik in mijn toorn: Neen, ze zullen niet ingaan in mijn Rust!

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.