Psalmen 94

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Jahweh, wrekende God, God der wrake, treed op;

WILLIBRORD

God der wrake, Jahwe, God der wraak, openbaar U:

2
CANISIUS

Verhef U, Rechter der aarde, Vergeld de trotsen wat ze verdienen!

WILLIBRORD

verhef U, richter der aarde, tref met vergelding de trotsen.

3
CANISIUS

Hoelang nog zullen de zondaars, o Jahweh, Hoelang nog zullen de boosdoeners juichen?

WILLIBRORD

Hoelang, Heer, mogen de bozen, de bozen hoelang triomferen,

4
CANISIUS

Al die booswichten pochen en snoeven, En een hoge toon slaan ze aan!

WILLIBRORD

in grootspraak zich laten gaan, aan het woord zijn die onrecht bedrijven?

5
CANISIUS

Jahweh, ze vertrappen uw volk, En verdrukken uw erfdeel;

WILLIBRORD

't Is uw volk, Heer, dat zij vertreden, uw eigendom wat zij verdrukken;

6
CANISIUS

Ze doden weduwen en wezen, Vermoorden die bij ons kwamen wonen.

WILLIBRORD

de weduwe is het, de vreemdeling, die zij het leven afsnijden, en wezen sterven - door hen.

7
CANISIUS

En dan zeggen ze nog: Jahweh ziet het niet eens, De God van Jakob merkt het niet!

WILLIBRORD

Zij denken: 'dat ziet Jahwe niet! Jakobs God - Hij zal het niet merken.'

8
CANISIUS

Domme kudde, word toch verstandig; Gij dwazen, wanneer wordt gij wijs?

WILLIBRORD

Komt tot inzicht, hardhoofden in Israël, onnozelen, wanneer wordt gij wijzer?

9
CANISIUS

Zou Hij het niet horen, die het oor heeft geplant, Niet zien, die het oog heeft geschapen;

WILLIBRORD

Die het oor plantte, zou Hij niet horen, die het oog vormde, zou Hij niet zien,

10
CANISIUS

Zou Hij, die de volkeren tuchtigt, niet straffen, Onwetend zijn, die den mens onderricht?

WILLIBRORD

die volken hun les leert niet straffen? Gaf Hij niet de mens zijn verstand?

11
CANISIUS

Neen, Jahweh kent de gedachten der mensen, Hij weet, dat het hersenschimmen zijn.

WILLIBRORD

De Heer kent de overlegging der mensen. Niets dan een adem zijn zij.

12
CANISIUS

Jahweh, gelukkig de man, dien Gij onderricht, En dien Gij leert uit uw wet:

WILLIBRORD

Gelukkig de man die Gij recht buigt, Jahwe, die Gij uit uw wet onderricht;

13
CANISIUS

Hoe hij gelaten moet zijn in dagen van rampspoed, Totdat voor den boze het graf is gedolven;

WILLIBRORD

zo kan hij kwade dagen bestaan. Maar de kuil voor de bozen wordt diep!

14
CANISIUS

Hoe Jahweh zijn volk niet verstoot, En nooit zijn erfdeel verlaat;

WILLIBRORD

Neen, de Heer laat niet varen zijn volk, zal nimmer prijsgeven zijn erfdeel:

15
CANISIUS

Hoe de brave zijn recht weer verkrijgt, Alle oprechten van hart weer geluk!

WILLIBRORD

als het recht tot gerechtigheid weerkeert, blijven zij de oprechten van hart.

16
CANISIUS

Wie anders neemt het voor mij tegen de boosdoeners op, Wie staat mij tegen de booswichten bij?

WILLIBRORD

Wie nam mijn partij tegen hun laagheid? Wie stond pal voor mij - tegen hun onrecht?

17
CANISIUS

Wanneer Jahweh mij niet te hulp was gekomen, Dan lag ik misschien al lang in het graf.

WILLIBRORD

Was de Heer mijn hulp niet geweest, welhaast woonde mijn ziel in de stilte;

18
CANISIUS

Maar als ik denk: nú wankelt mijn voet, Dan steunt mij uw goedheid, o Jahweh;

WILLIBRORD

dacht ik: 'mijn voet vindt geen steun', uw goedheid, Heer, hield mijn staande.

19
CANISIUS

En wanneer zware zorgen mij innerlijk drukken, Dan verkwikt uw vertroosting mijn ziel.

WILLIBRORD

Wanneer talloze zorgen in mij woelden, werd mijn ziel door uw troost verkwikt:

20
CANISIUS

Zoudt Gij iets gemeen hebben met de zetel van onrecht, Die onheil sticht op gezag van de wet;

WILLIBRORD

en zoudt Gij dan de rechterstoel van de ongerechtigheid schragen? Daar heet recht het leed dat gesticht wordt.

21
CANISIUS

Met hen, die het leven der braven belagen, En onschuldig bloed durven straffen?

WILLIBRORD

de rechtvaardige staat men naar het leven: en onschuldig bloed vloeit bij het vonnis.

22
CANISIUS

Neen, voor mij is Jahweh een toevlucht, Mijn God een veilige Rots;

WILLIBRORD

Mij was de Heer tot een burcht, mijn God is mijn rots en mijn toevlucht:

23
CANISIUS

Maar hùn vergeldt Hij hun onrecht, En vernielt ze om hun boosheid: Jahweh, onze God!

WILLIBRORD

Hij die tegen de schuldigen hun schuld keert, middenin hun kwaad hen vernietigt. Hen vernietigt: De Heer onze God.

24
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling