Psalmen 85
Willibrord Vertaling (WILLIBRORD)
Voor de koorleider. Van de Korachieten. Een psalm.
Gij koos, Heer, dit land tot het uwe, hebt de keer voor Jakob gebracht;
hebt verdragen het kwaad van uw volk, hebt al zijn zonden bedekt;
Gij hield al uw verbolgenheid in, liet af van uw brandende toorn.
Herstel ons dan, God die ons heil zijt, doorbreek uw afkeer van ons:
wilt Gij tegen ons woeden voor eeuwig, door geslachten doen duren uw toorn?
Zijt Gij niet die ons nieuw kunt doen leven? dan verblijdt zich uw volk weer in U.
Doe ons, Heer, uw genade aanschouwen, laat komen uw heil over ons.
En ik mag de verkondiging horen van Hem die de God is, de Heer: Het is vrede wat Hij verkondigt aan zijn volk: dat zijn zijn getrouwen. Laat thans de traagheid voorbij zijn!
Gelooft het! welhaast is genaderd voor wie Hem vrezen zijn heil; dan woont heerlijkheid in ons land:
zij ontmoeten elkander, genade en waarheid, gerechtigheid en vrede - zij kussen elkaar.
Dan wast waarheid op uit de aarde, reikt gerechtigheid neer van de hemel.
Overvloed geeft de Heer daarenboven: onze aarde draagt haar gewas.
De gerechtigheid zal voor Hem uitgaan: reeds begon op de heerbaan haar loop.