Psalmen 82

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Een lied van Asaf. God staat op in de goddelijke raad, Houdt gericht te midden der goden!

WILLIBRORD

Een psalm van Asaf. In de godenschare, onwrikbaar, staat God, houdt temidden der goden het recht hoog.

2
CANISIUS

Hoelang nog zult gij onrechtvaardige vonnissen vellen, En voor de bozen partij blijven trekken?

WILLIBRORD

Hoe lang nog richt gij in onrecht, verleent gij de bozen uw gunst?

3
CANISIUS

Neemt het op voor zwakken en wezen, Geef den geringe en verdrukte zijn recht:

WILLIBRORD

Geef de schamele recht en de wees, bescherm wie gering en berooid is,

4
CANISIUS

Redt den behoeftige en arme, En rukt ze uit de handen der bozen!

WILLIBRORD

geef wie arm is en honger lijdt uitkomst, ontruk hem aan de greep van wie kwaad wil.

5
CANISIUS

Maar ze hebben verstand noch begrip; ze tasten in duisternis rond, En brengen alle grondslagen der aarde aan het wankelen!

WILLIBRORD

Geen besef is er meer en geen oordeel: in duisternis wandelen zij om. Alom wankelt de grondslag der aarde.

6
CANISIUS

Ik had gezegd: Gij zijt goden, Zonen van den Allerhoogste, gij allen;

WILLIBRORD

Ik was het die sprak: 'gij zijt goden, zonen des Allerhoogsten gij allen.'

7
CANISIUS

Maar gij zult sterven als mensen, En als een der afgoden vallen!

WILLIBRORD

Toch - de dood van elk mens zult gij sterven: zogoed als een vorst valt valt gij.

8
CANISIUS

Sta op, o God, en richt de aarde; Want alle volkeren behoren U toe!

WILLIBRORD

Verrijs, o God, richt de aarde: Gij die rechtmatig bezit alle volken.