Psalmen 75

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Voor muziekbegeleiding; op de wijze: "Verderf niet." Een psalm van Asaf; een lied.

WILLIBRORD

Voor de koorleider. Op de wijze van' vernietig niet'. Een psalm van Asaf. Een lied.

2
CANISIUS

Als Ik de tijd acht gekomen, Zal Ik een rechtvaardig oordeel houden:

WILLIBRORD

U ons loflied, God, U ons loflied: waar uw naam nabij is, uw wonderen verluiden.

3
CANISIUS

Al wankelt de aarde met al haar bewoners, Ik zet haar zuilen weer recht!

WILLIBRORD

'Wanneer Ik het uur heb bepaald zal Ik zelve richten naar recht.

4
CANISIUS

Daarom roep ik de hoogmoedigen toe: Weest niet trots, De goddelozen: Steekt de hoorn niet omhoog!

WILLIBRORD

En wankelt de aarde en wie wonen op haar: Ik zal vastzetten haar zuilen.'

5
CANISIUS

Steekt uw hoorn tegen de hemel niet op, En spreekt niet hooghartig tegen de Rots!

WILLIBRORD

Ik spreek tot wie pralen: 'praalt niet!' tot wie tarten: 'verheft niet uw hoorn!

6
CANISIUS

Want niet uit het oosten of westen, Niet uit de woestijn komt de glorie!

WILLIBRORD

verheft niet uw horen zo hoog, gij die spreekt met het hoofd in de nek.'

7
CANISIUS

Neen, het is God, die zal richten, Den een vernederen, den ander verheffen!

WILLIBRORD

Wacht het niet uit het oosten, het westen, niet uit het rotsig woestijnland:

8
CANISIUS

Want in Jahweh’s hand is een beker Met schuimende wijn vol bittere kruiden! Hij schenkt

WILLIBRORD

nee, God is het die zal richten; de een vernedert Hij, verheft de ander.

9
CANISIUS

Maar ìk zal in eeuwigheid jubelen, Den God van Jakob mijn loflied zingen:

WILLIBRORD

In de hand van de Heer is een beker met schuimende wijn, zwaar van geuren, daaruit schenkt Hij: doch slechts de heffe, de droesem krijgen te drinken die het kwade aanhangen op aarde.

10
CANISIUS

Alle hoornen der bozen worden gebroken, Maar de hoornen der rechtvaardigen steken omhoog!

WILLIBRORD

En ik mag dit doen klinken voor immer: psalmzingen wil ik Jakobs God;

11
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

Ik houw af de horens der bozen, dat de hoorn der rechtvaardigen verrijst.