Psalmen 75

Willibrord Vertaling (WILLIBRORD)

1

Voor de koorleider. Op de wijze van' vernietig niet'. Een psalm van Asaf. Een lied.

2

U ons loflied, God, U ons loflied: waar uw naam nabij is, uw wonderen verluiden.

3

'Wanneer Ik het uur heb bepaald zal Ik zelve richten naar recht.

4

En wankelt de aarde en wie wonen op haar: Ik zal vastzetten haar zuilen.'

5

Ik spreek tot wie pralen: 'praalt niet!' tot wie tarten: 'verheft niet uw hoorn!

6

verheft niet uw horen zo hoog, gij die spreekt met het hoofd in de nek.'

7

Wacht het niet uit het oosten, het westen, niet uit het rotsig woestijnland:

8

nee, God is het die zal richten; de een vernedert Hij, verheft de ander.

9

In de hand van de Heer is een beker met schuimende wijn, zwaar van geuren, daaruit schenkt Hij: doch slechts de heffe, de droesem krijgen te drinken die het kwade aanhangen op aarde.

10

En ik mag dit doen klinken voor immer: psalmzingen wil ik Jakobs God;

11

Ik houw af de horens der bozen, dat de hoorn der rechtvaardigen verrijst.

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.