Psalmen 70

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Voor muziekbegeleiding. Van David. Bij het reukoffer. Gewaardig U, mij te verlossen, o God; Jahweh, snel mij te hulp!

WILLIBRORD

Voor de koorleider. Van David. Bij een reukoffer.

2
CANISIUS

Laat smaad en ontering hen treffen, Die mijn leven belagen; Laat ze vluchten met schande, Die zich vrolijk over mijn ongeluk maken,

WILLIBRORD

O God, kom mij toch ontzetten, Heer, kom mij haastig te hulp.

3
CANISIUS

En verstarren van schaamte, Die tot mij roepen: "Ha, ha!"

WILLIBRORD

Laat beschaamd staan, bewust van hun schande, die het hadden gemunt op mijn leven, geef Gij de smadelijke aftocht van wie op mijn ongeluk hoopten:

4
CANISIUS

Maar in U mogen jubelen, Al die U zoeken; Zonder ophouden zeggen: "God is groot!"

WILLIBRORD

mogen zelf zich verschuilen, vernederd, die schateren: 'raak! die is raak!'

5
CANISIUS

Ik ben ellendig en arm, God, kom mij te hulp! Gij zijt mijn helper en redder: Toef niet, o Jahweh!

WILLIBRORD

Wacht geluk en vreugde in U niet elk wiens hart naar u uitgaat? Het woord' grootmachtig is God' mogen telkendage herhalen zij die verbeiden uw heil.

6
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

Ik ben zo ellendig, zo arm - o God, kom spoedig tot mij! Mijn hulp zijt Gij, mijn bevrijder: Heer, laat U niet wachten.