Psalmen 63

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Een psalm van David, toen hij in de woestijn van Juda vertoefde. God, wat verlang ik naar U; mijn God, naar U dorst mijn ziel, Naar U smacht mijn lichaam als een dor en droog land naar het water.

WILLIBRORD

Een psalm van David. Toen hij in de woestijn van Juda was. God, mijn God, naar u blijf ik zoeken, mijn ziel dorst van verlangen naar U;

2
CANISIUS

Ik blik naar U op in uw heilige woning, Om uw macht en uw glorie te aanschouwen!

WILLIBRORD

al wat ik ben smacht naar U in een troosteloos dor land zonder water.

3
CANISIUS

Ja, uw genade is kostelijker nog dan het leven: Daarom moeten mijn lippen U loven,

WILLIBRORD

Hoe zag ik in de tempel op U, om uw macht te ontwaren, uw grootheid:

4
CANISIUS

En wil ik U al mijn dagen prijzen, Mijn handen opheffen in uw Naam.

WILLIBRORD

uw genade gaat boven dit leven. En mijn lippen spraken uw lof.

5
CANISIUS

Gij verzadigt mij als met vet en met merg, En mijn mond juicht U toe met jubelende lippen;

WILLIBRORD

Kon ik zo heel mijn leven U prijzen, uw naam noemen, de handen geheven:

6
CANISIUS

Nog op mijn legerstede moet ik aan U denken, En in mijn nachtwaken over U peinzen.

WILLIBRORD

kracht vind ik als door kostelijke spijs, jubelend ligt mij uw naam op de lippen,

7
CANISIUS

Want Gij zijt mijn Helper, Ik nestel in de schaduw uwer vleugelen;

WILLIBRORD

als ik denk over U op mijn leger, in de nachtwaken over u peins.

8
CANISIUS

Mijn ziel klampt zich aan U vast, En uw rechterhand is mij een stut.

WILLIBRORD

Waart Gij niet immer mijn hulp? onder uwer vleugelen schaduw heb ik mijn jubel gezongen:

9
CANISIUS

Maar zij, die mijn ondergang zoeken, Zullen in de diepten der aarde verzinken;

WILLIBRORD

u zoekt mijn hart - u hangt het aan. Uw hand zal mij vast blijven houden.

10
CANISIUS

Ze vallen ten prooi aan het zwaard, En worden een buit van de jakhalzen.

WILLIBRORD

Die met wreedheid mij staan naar het leven zullen zelf in de afgrond geraken,

11
CANISIUS

Doch de Koning zal zich verheugen in God, En wie Hem trouw zweert, zal juichen; Maar de mond van de leugenaars wordt gestopt!

WILLIBRORD

zij vervallen alhaast aan het zwaard, zijn tenslotte een aas voor de jakhals.

12
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

Maar de koning verblijdt zich in God: die Hem trouw zwoer prijst zich gelukkig als de lasteraar de mond sluit voorgoed.