Psalmen 62
Willibrord Vertaling (WILLIBRORD)
Voor de koorleider. Naar de wijze van Jedutun. Een psalm van David.
Bij God alleen verstilt mijn ziel, van Hem komt mijn bevrijding:
mijn rots, mijn heil is Hij alleen, mijn burcht - hoe zou ik wankelen?
Hoe lang al loopt ge op een mens storm, rammelt gij hem eenparig?
een wand die helt, een brokkelmuur - een oogmerk slechts: hem slopen! En huichelen doen zij al te graag: de zegenwens ligt in de mond, het hart bergt de vervloeking.
Bij God alleen verstilt mijn ziel, van Hem blijf ik het wachten;
mijn rots, mijn heil is Hij alleen: mijn burcht - hoe zou ik wankelen?
Mijn vrijheid rust in God, mijn eer, mijn onbezweken rots is Hij: bij God weet ik mijn wijkplaats.
Verlaat, mijn volk, u steeds op Hem, opent voor Hem Uw harten: God is voor ons de toevlucht.
Een mens - niets dan een ademtocht, vervluchtigend zelfs de grootsten; zij gaan omhoog op de balans, nauwelijks een zucht tesamen!
Zoekt het in onderdrukking niet, droomt niet van roof op anderen; wast uw bezit vervaarlijk aan, geef uw hart niet gevangen.
Want eenmaal heeft God het gezegd en andermaal verstond ik: 'Kracht heeft in God zijn grondslag.'
Heer, de genade rust in U: Gij handelt aan een ieder mens naar dat hij heeft gehandeld.