Psalmen 61

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Voor muziekbegeleiding; met harpen. Van David. Hoor toch, o God, mijn gejammer, En let op mijn smeken:

WILLIBRORD

Voor de koorleider. Met begeleiding van snaarinstrumenten. Van David.

2
CANISIUS

Van het einde der aarde roep ik tot U In de beklemmende angst van mijn hart. Stel mij hoog op de Rots, en laat mij daar rusten,

WILLIBRORD

Hoor, o God, mijn kreet van vertwijfeling, schenk aandacht aan mijn gebed:

3
CANISIUS

Want Gij zijt mijn toevlucht en sterkte tegen den vijand;

WILLIBRORD

u roep ik, hier ver in den vreemde, waar versombering heerst in mijn hart. Gij had hoog op een rots mij geheven, Gij wees mij hoe ik moest gaan;

4
CANISIUS

Laat mij in uw woontent voor eeuwig uw gast zijn, En mij verbergen in de schaduw uwer vleugelen.

WILLIBRORD

altijd waart Gij mij de toevlucht, een bolwerk naar de vijand gekeerd.

5
CANISIUS

Want Gij hoort mijn beloften, o mijn God, En vervult de wens van hen, die uw Naam vrezen:

WILLIBRORD

Laat in uw tent mij wijlen voor immer, schuilen waar mij uw vleugelen beschutten.

6
CANISIUS

Vermeerder de dagen des konings, En zijn jaren van geslacht tot geslacht;

WILLIBRORD

Gij, God, hebt mijn geloften verstaan, die uw naam vrezen wilt Gij verhoren:

7
CANISIUS

Moge hij altijd voor Gods aangezicht tronen, En liefde en trouw hem behoeden.

WILLIBRORD

schenk de koning talloze dagen, levensjaren geslacht na geslacht,

8
CANISIUS

Dan zal ik uw Naam in eeuwigheid prijzen, Dag aan dag U mijn dankoffer brengen!

WILLIBRORD

een troon blijvend, onder Gods oog; laat genade en waarheid hem hoeden.

9
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

Dan draagt mijn lied uw naam door de tijden, mijn geloften getrouw: dag aan dag.