Psalmen 6

Willibrord Vertaling (WILLIBRORD)

1

Voor de koorleider. Met begeleiding van snaarinstrumenten. Op de achtste wijze. Een psalm van David.

2

Heer, straf mij niet in uw toorn, tuchtig mij niet in uw gramschap.

3

Heer, erbarm U, mijn bloei is vergaan, Heer, genees mij, mijn kracht is teniet

4

en ontrust is mijn ziel bovenmate. En Gij, Heer, Gij - tot hoe lang?

5

Keer weder, Heer, maak mij weer vrij, verlos mij krachtens uw goedheid:

6

in de dood wordt Gij niet meer gekend, wie kan U in het dodenrijk loven?

7

Kreunend en afgemat schrei ik nacht aan nacht op mijn bed, doordrenk ik mijn peluw met tranen;

8

mijn ogen, van wanhoop half blind, staren dof op al mijn belagers.

9

Komt mij met uw verraad niet te na! Want de Heer heeft mijn schreien gehoord.

10

Hij heeft acht op mijn smeken geslagen, mijn gebed - de Heer neemt het aan.

11

Hoe smadelijk verslagen weldra mijn vijanden alle te zamen: in een oogwenk met schande op de aftocht!

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.