Psalmen 53

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Voor muziekbegeleiding; op de fluit. Een leerdicht van David. De dwaas zegt bij zichzelf:

WILLIBRORD

Voor de koorleider. Op de wijze van Machalat. Een compositie van David.

2
CANISIUS

God blikt uit de hemelen neer Op de kinderen der mensen: Om te zien, of er niet één verstandige is, Niet één, die God zoekt.

WILLIBRORD

De dwaas zegt bij zichzelf: 'welneen! Er is geen God!' Stuitend, verfoeilijk kwaad wordt overal begaan: geen mens handelt oprecht.

3
CANISIUS

Maar allen zijn ze afgedwaald, Allen even bedorven; Er is niemand, die het goede wil doen, Geen enkele zelfs.

WILLIBRORD

God, uit zijn hemel, ziet op Adams kinderen neer, speurend of er soms is een sterveling met verstand, een die nog vraagt naar God.

4
CANISIUS

Worden de zondaars dan nimmer verstandig: Ze blijven mijn volk maar verslinden, En het brood van God wel eten, Maar zij roepen Hem niet aan.

WILLIBRORD

Doch allen zwerven af: verdorven met elkaar! Geen mens handelt oprecht, geen enkele. Geen een.

5
CANISIUS

Maar dan zullen ze eens beven van angst, Want God zal hun gebeente verstrooien; Die u omsingelen, zult gij beschamen, Want God heeft ze verworpen.

WILLIBRORD

Weten zij dan van niets, de stichters van dit kwaad, uitvreters van mijn volk? Dat vindt zijn brood gereed en kent Gods naam niet meer!

6
CANISIUS

Ach, dat uit Sion Israëls redding mocht dagen, Als God het lot van zijn volk ten beste keert! Dan zal Jakob jubelen, En Israël juichen!

WILLIBRORD

Totdat de schrik hen slaat, de redeloze schrik, als God de krachten van zijn vijanden verstrooit. - Hoe maakt gij hen beschaamd: want zie, God wierp hen uit!

7
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

O, dat toch Israëls heil uit Sion dagen mocht!

8
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

Het komt: als God de keer, de keer brengt voor zijn volk en Jakob juichen mag, Israël feest zal vieren.