Psalmen 53
Willibrord Vertaling (WILLIBRORD)
Voor de koorleider. Op de wijze van Machalat. Een compositie van David.
De dwaas zegt bij zichzelf: 'welneen! Er is geen God!' Stuitend, verfoeilijk kwaad wordt overal begaan: geen mens handelt oprecht.
God, uit zijn hemel, ziet op Adams kinderen neer, speurend of er soms is een sterveling met verstand, een die nog vraagt naar God.
Doch allen zwerven af: verdorven met elkaar! Geen mens handelt oprecht, geen enkele. Geen een.
Weten zij dan van niets, de stichters van dit kwaad, uitvreters van mijn volk? Dat vindt zijn brood gereed en kent Gods naam niet meer!
Totdat de schrik hen slaat, de redeloze schrik, als God de krachten van zijn vijanden verstrooit. - Hoe maakt gij hen beschaamd: want zie, God wierp hen uit!
O, dat toch Israëls heil uit Sion dagen mocht!
Het komt: als God de keer, de keer brengt voor zijn volk en Jakob juichen mag, Israël feest zal vieren.