Psalmen 52

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

1

Voor muziekbegeleiding. Een leerdicht van David, nadat Doëg, de Edomiet aan Saül was gaan melden: "David is in het huis van Achimélek gekomen." Wat pocht gij op boosheid,

2

Broedt gij voortdurend op onheil, Is uw tong als een vlijmscherp, verraderlijk mes?

3

Gij kiest wat kwaad is boven het goede, De leugen boven de waarheid;

4

Gij houdt alleen van verwarrende woorden, En bedriegelijke taal.

5

Daarom zal God u vernielen, U weggooien eens en voor al, U wegsleuren uit uw tent, Uw wortel uit het land der levenden rukken.

6

De rechtvaardigen zullen het huiverend zien, en over hem lachen:

7

"Daar is nu de man, die zijn kracht niet in God heeft gezocht, Maar die op zijn grote

8

Maar ik ben als een bloeiende olijf in Gods huis, En vertrouw op Gods goedheid voor eeuwig en immer.

9

Eeuwig zal ik U danken, omdat het úw werk is geweest, En de goedheid van uw Naam voor uw vromen verkonden!

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.