Psalmen 45

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

1

Voor muziekbegeleiding; op de wijze van: "Leliën" Van de zonen van Kore; een minnelied.

2

Gij zijt de schoonste onder de kinderen der mensen, Aanminnigheid ligt op uw lippen, Zo heeft God U voor eeuwig gezegend.

3

Gord uw zwaard om de heupen, o held, Omkleed U met glorie en luister;

4

Vol moed op uw ros voor waarheid, onschuld en recht! Uw rechterhand lere U machtige daden;

5

Scherp zijn uw pijlen: volkeren liggen onder uw voet, ‘s Konings vijanden ontzinkt

6

Uw troon staat vast in de eeuwen der eeuwen, Uw koningsschepter is een schepter van recht;

7

Gij hebt de gerechtigheid lief, maar haat de boosheid. Daarom heeft Jahweh, uw God, U gezalfd Met vreugde-olie als geen uwer broeders;

8

Al uw kleren geuren van mirre, aloë en laurier. Uit ivoren paleizen juichen de harpen U toe,

9

Koningsdochters staan onder uw schonen; Daar treedt de Koningin aan uw rechter in ofir-brocaat!

10

Hoor, Dochter! Zie, en neig uw oor, Vergeet uw volk en het huis van uw vader:

11

Laat de Koning uw schoonheid begeren; Breng Hem uw hulde, want Hij is uw Heer!

12

Dan komt de dochter van Tyrus tot U met geschenken, En zoeken de rijkste volken uw gunst.

13

Enkel lieftalligheid ligt op het gelaat der koninklijke Dochter, Met goud doorweven is haar ornaat;

14

Over bonte tapijten wordt zij voor den Koning geleid, Als bruidsmeisjes volgen haar de vriendinnen;

15

En onder gejuich en gejubel Trekken zij in het paleis van den Koning!

16

Dan worden in plaats van uw vaderen U zonen geboren, En Gij stelt ze over heel de aarde tot koningen aan.

17

Zij zullen uw Naam doen gedenken Van geslacht tot geslacht; En volken zullen U prijzen Voor eeuwig en immer!

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.