Psalmen 42

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

1

Voor muziekbegeleiding. Een leerdicht; van de zonen van Kore. Zoals een hert smacht naar de stromende wateren. Zo smacht mijn ziel naar U, o God!

2

Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God: Wanneer mag ik opgaan, en Gods aanschijn aanschouwen?

3

Dag en nacht zijn de tranen mijn brood, Omdat mij almaar gezegd wordt: "Waar blijft

4

Ik denk er met diepe weemoed aan terug, Hoe ik optrok in vorstelijke stoet naar Gods huis, Onder gejuich en gejubel En het gejoel van de schare.

5

Mijn ziel, wat zijt gij bedroefd, En wat kreunt gij in mij? Vertrouw toch op God:

6

Mijn ziel is bedroefd, daarom denk ik aan U terug, In het land van Jordaan en Hermon en in het lage gebergte.

7

Afgrond dreunt tegen afgrond door het gebruis van uw stromen. Al uw golven en baren slaan over mij heen.

8

Overdag blijf ik uitzien naar Jahweh om zijn genade, ‘s Nachts klinkt mijn lied als

9

Ik zeg tot mijn God en mijn Rots: "Waarom zijt Gij mij vergeten; Waarom ga ik in

10

De hoon van mijn haters schrijnt als een steek in mijn beenderen, Omdat mij almaar gezegd wordt: "Waar blijft toch uw God!"

11

Mijn ziel, wat zijt gij bedroefd, En wat kreunt gij in mij? Vertrouw toch op God:

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.