Psalmen 3
Willibrord Vertaling (WILLIBRORD)
Een psalm van David. Toen hij moest vluchten voor zijn zoon Absalom.
Heer, mijn belagers - hoe talloos, talloos, gekant tegen mij;
talloos zijn die van mij zeggen: 'voor hem geen redding bij God!'
Doch Gij zijt, Heer, het schild dat mij dekt, zijt mijn roem: het hoofd mag ik heffen.
Verhef ik mijn stem tot de Heer, van zijn heilige berg komt het antwoord.
Neerleggen mag ik mij, slapen, weer ontwaken - de Heer is mijn rust
onbevreesd voor tienduizenden volks, al sloten zij rond mij hun rijen.
Verrijs, Heer - mijn God, red mij uit! Gij trof al mijn vijanden op de kaak. Gij brak de tanden der bozen.
De Heer, Hij is de bevrijder. Zij uw zegen over uw volk.