Psalmen 29

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

1

Een psalm van David. Brengt Jahweh, zonen Gods, Brengt Jahweh glorie en lof.

2

Brengt Jahweh de eer van zijn Naam; Huldigt Jahweh in heilige feestdos!

3

De stem van Jahweh over de wateren! De God van majesteit, Jahweh, dondert over de onmetelijke plassen!

4

De stem van Jahweh vol kracht, De stem van Jahweh vol glorie!

5

De stem van Jahweh verbrijzelt de ceders, Jahweh slaat de ceders van de Libanon te pletter.

6

Als een kalf laat Hij de Libanon huppelen, De Sjirjon als het jong van een buffel.

7

De stem van Jahweh braakt vurige flitsen; En in zijn paleis roept iedereen: Glorie!

8

De stem van Jahweh laat de wildernis beven, Jahweh schokt de steppe van Kadesj;

9

De stem van Jahweh wringt eiken krom, En ontbladert de wouden.

10

Jahweh zetelt op de orkaan, Jahweh troont er als Koning voor eeuwig!

11

Jahweh geeft kracht aan zijn volk; Jahweh zegent zijn volk met de vrede!

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.