Psalmen 23

Een psalm van David. Mijn Herder is Jahweh! het ontbreekt mij aan niets:

Een psalm van David. De Heer is mijn herder - mij zal niets ontbreken.

Hij laat mij rusten in groene beemden;

Hij wijst mij te liggen in grazige weiden, Hij voert mij naar wateren der rust.

Hij voert mij naar vredige wateren, verkwikt mijn ziel, En leidt mij in het rechte spoor, om wille van zijn Naam.

Hij behoedt mijn ziel voor verdwalen, Hij leidt mij in sporen van waarheid getrouw aan zijn naam.

Al moet ik door donkere krochten heen, Ik ben voor geen onheil bevreesd: Want Gij staat me bij, Uw staf en stok zijn mijn stut!

Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods, kwaad zou ik niet vrezen. Want naast mij gaat Gij, uw stok en uw staf zij doen mij getroost zijn.

Gij bereidt mij een dis Voor het oog van mijn vijand; Met olie zalft Gij mijn hoofd, En mijn beker vloeit over.

Een tafel richt Gij mij aan in het aangezicht van mijn belagers en zalft met olie mijn hoofd. Mijn beker vloeit over.

Voorspoed en zegen zullen mij volgen Mijn leven lang; In het huis van Jahweh mag ik wonen In lengte van dagen!

Zo zijn dan geluk en genade om mijn schreden al de dagen mijns levens. Verblijven mag ik in het huis van de Heer tot in lengte van dagen.