Psalmen 141
Willibrord Vertaling (WILLIBRORD)
Een psalm van David. Heer, U roep ik - kom ijlings tot mij, hoor mijn stem waar ik smeek om uw hulp:
laat mijn gebed mogen stijgen als wierook omhoog tot uw aanschijn; moge het, als mijn handen ik ophef, tot een avondoffer U zijn.
Stel, Heer, een wacht voor mijn mond, bewaak de deur mijner lippen,
en hoed mijn hart voor de verleiding het kwade spel mee te spelen, bij bedrijvers van onrecht te horen: ik wil mij niet scharen aan hun dis!
Als mij dan een rechtvaardige afstraft, wijst mij een uwer vromen terecht, ik stoot die weldaad niet terug. En waar kwaad heerst gaat mijn gebed voort;
deze golven slaan tegen een rots: mijn wederwoord blijft ingetogen.
Als in aarde doorploegd en doorscheurd zo is straks ons gebeente verstrooid: voor ons strekt zich de doodskrocht.
Maar mijn ogen, Heer, zijn op U; bij U schuil ik - laat mij niet teloor gaan.
Hoed mij voor de strik die zij spannen, voor het slagnet van de belagers.
Zij raken in het net, die U haten: met elkaar. - Doch ik zet mijn weg voort.