Psalmen 14

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

1

Voor muziekbegeleiding. Van David. De dwaas zegt bij zichzelf: "Er is geen God!" Slecht

2

Jahweh blikt uit de hemelen neer Op de kinderen der mensen: Om te zien, of er niet

3

Maar àllen zijn ze afgedwaald, Allen even bedorven; Er is niemand, die het goede behartigt, Geen enkele zelfs!

4

Worden al die zondaars dan nimmer verstandig: Ze blijven mijn volk maar verslinden, En het brood van Jahweh wel eten, Maar ze vereren Hem niet.

5

Maar, dan zullen ze beven van angst, Als Jahweh het opneemt voor het vrome geslacht;

6

De wijsheid van den eenvoudige zal hem beschamen, Omdat deze op Jahweh zijn hoop heeft gesteld.

7

Ach, dat uit Sion Israëls redding mocht dagen, Als Jahweh het lot van zijn volk ten beste keert: Dan zal Jakob jubelen, En Israël juichen!

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.