Psalmen 131
Alle 2 beschikbare vertalingen
1
CANISIUS
Een bedevaartslied. Van David. Jahweh, mijn hart is niet trots, Niet hovaardig mijn ogen; Ik houd mij niet op met geweldige plannen, Met dingen, die te hoog voor mij zijn.
WILLIBRORD
Een bedevaartslied. Van David. Heer, niet verheft zich mijn hart, mijn ogen vermeten zich niet. Ik begeef mij niet in wat te groot is, te wonderbaarlijk voor mij.
2
CANISIUS
Neen, ik voel mij zo klein, En beeld mij niets in; Zoals de zuigeling aan de borst van zijn moeder, Ben ik een kindje voor U.
WILLIBRORD
Neen, bedaren liet ik, verstillen mijn ziel als een kind bij zijn moeder geborgen; als dat kind zo voel ik mijn ziel.
3
CANISIUS
Israël, stel uw hoop op Jahweh, Van nu af tot in eeuwigheid!
WILLIBRORD
Dat Israël wachte de Heer, van thans tot in eeuwigheid.