Psalmen 128

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Een bedevaartslied. Gelukkig hij, die Jahweh vreest, En zijn wegen bewandelt.

WILLIBRORD

Een bedevaartslied. Gelukkig alwie de Heer vreest, wie wandelen wil in zijn wegen.

2
CANISIUS

Want van uw arbeid zult gij eten, Voorspoedig en gelukkig zijn!

WILLIBRORD

Leeft Gij dan van het werk uwer handen, welvaart en geluk zijn uw deel.

3
CANISIUS

Uw vrouw zal zijn als een vruchtbare wingerd Binnen uw huis; Uw zonen als ranken van de olijf Rondom uw dis.

WILLIBRORD

Uw vrouw als een vruchtbare wijnstok in het binnenvertrek van uw huis; als olijvenloten uw zonen rondom uw tafel geschaard.

4
CANISIUS

Zie, zó wordt de man gezegend, Die Jahweh vreest;

WILLIBRORD

Zie, zo zal worden gezegend de man die de vrees voor de Heer kent.

5
CANISIUS

Zó zal Jahweh uit Sion U zegen bereiden! Dan moogt gij Jerusalems heil aanschouwen Al de dagen uws levens;

WILLIBRORD

Hij zegene u uit Sion, de Heer, En zie dan Jeruzalems voorspoed en al de dagen uws levens;

6
CANISIUS

Nog de kinderen van uw kinderen zien: De vrede over Israël!

WILLIBRORD

en zie uwer kinderen kinderen. Vrede over Israël!