Psalmen 126

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Een bedevaartslied. Toen Jahweh Sion uit de ballingschap bracht, Was het ons als een droom;

WILLIBRORD

Een bedevaartslied. Als de Heer doet keren de ballingen Sions zal het ons zijn of wij dromen.

2
CANISIUS

Toen werd onze mond met lachen gevuld, Onze tong met gejubel. Toen zei men onder de volken: "Jahweh heeft hun grote dingen gedaan!"

WILLIBRORD

Dan zal vol lachen zijn onze mond, jubel zal op onze tong zijn; dan verluidt bij de volken: 'groot heeft Jahwe gehandeld aan hen!'

3
CANISIUS

Ja, grote dingen heeft Jahweh ons gedaan; En daarom zijn wij verheugd!

WILLIBRORD

Groot heeft de Heer gehandeld aan ons, blijdschap is ons geworden.

4
CANISIUS

Ach Jahweh, wend ons lot weer ten beste, Als voor de dorre greppels van Négeb:

WILLIBRORD

Doe keren onze ballingen, Heer, als de waterbeken in het zuiden.

5
CANISIUS

Die nu zaaien met tranen, Laat ze maaien met jubel!

WILLIBRORD

Zij die zaaien met tranen, zij zullen oogsten met jubel.

6
CANISIUS

Met geween trekt men op, Om het zaad uit te strooien: Maar met gejuich keert men terug, Met schoven beladen!

WILLIBRORD

Hij gaat en hij schreit bij het gaan die het zaaizaad draagt en het zaait; hij keert met jubelen, hij keert - een die mag dragen zijn schoven.