Psalmen 124

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Een bedevaartslied; van David. Was Jahweh niet vóór ons geweest: Laat Israël getuigen,

WILLIBRORD

Een bedevaartslied van David. Was het niet dat Jahwe ons bij had gestaan. - spreke het Israël uit

2
CANISIUS

Toen de mensen tégen ons waren,

WILLIBRORD

was het niet dat Jahwe ons bij had gestaan toen mensenmacht ons vervolgde,

3
CANISIUS

Dan hadden zij ons levend verslonden, In hun ziedende woede;

WILLIBRORD

vast hadden ze, als beesten, ons levend verscheurd: zo hoog laaide hun haat tegen ons.

4
CANISIUS

Dan hadden de wateren ons verzwolgen, Had ons een stortvloed bedolven;

WILLIBRORD

Vast hadden de wateren ons meegevoerd, had de kolkende stroom ons bedolven,

5
CANISIUS

Dan waren over ons heengeslagen De bruisende golven.

WILLIBRORD

vast had ons levend bedolven het water in zijn geweld.

6
CANISIUS

Maar geprezen zij Jahweh, Die ons geen prooi voor hun tanden heeft gemaakt!

WILLIBRORD

Gezegend de Heer: Hij gaf ons niet prijs, niet ten prooi aan hun tanden!

7
CANISIUS

Levend zijn wij ontsnapt, Als een vogel uit het net van den vinker: Het net is gescheurd, En wij zijn ontkomen!

WILLIBRORD

Onze ziel, als een vogel, kwam vrij uit de vogelaarsstrik: de strik brak - en wij, wij ontkwamen.

8
CANISIUS

Onze hulp is in de Naam van Jahweh, Die hemel en aarde heeft gemaakt!

WILLIBRORD

Onze hulp is in de naam van de Heer, die gemaakt heeft hemel en aarde.