Psalmen 122

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

1

Een bedevaartslied. Wat was ik verheugd, toen men zeide: "Wij trekken op naar Jahweh’s

2

En nu staan onze voeten Al binnen uw poorten, Jerusalem!

3

Jerusalem, als stad herbouwd, Met burgers, vast aaneen gesloten;

4

Waar de stammen naar opgaan, De stammen van Jahweh. Daar is het Israël een wet, De Naam van Jahweh te loven;

5

Daar staan de zetels voor het gericht, En het troongestoelte van Davids huis.

6

Jerusalem, die u liefhebben, Wensen u vrede en heil;

7

Vrede zij binnen uw muren, Heil binnen uw burchten!

8

Om mijn broeders en vrienden Bid ik de vrede over u af;

9

Om het huis van Jahweh, onzen God, Wil ik smeken voor uw heil!

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.