Psalmen 121

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen omhoog naar de bergen: "Vanwaar komt mijn hulp?"

WILLIBRORD

Een bedevaartslied. Ik hef op naar de bergen mijn ogen: vanwaar zal mij komen de hulp?

2
CANISIUS

Mijn hulp komt van Jahweh, Die hemel en aarde heeft gemaakt!

WILLIBRORD

De hulp komt mij van de Heer, die gemaakt heeft hemel en aarde.

3
CANISIUS

Neen, Hij laat uw voeten niet struikelen, Hij slaapt niet, uw Wachter;

WILLIBRORD

Hij laat niet wankelen uw voet, niet sluimeren zal uw behoeder.

4
CANISIUS

Neen, Hij sluimert noch dommelt, Israëls Beschermer!

WILLIBRORD

Zie, niet sluimert, niet slaapt de behoeder van Israël.

5
CANISIUS

Jahweh is uw Behoeder, Uw schaduw aan uw rechterhand:

WILLIBRORD

De Heer, Hij is uw behoeder, de Heer is schaduw voor u aan uw rechterzijde.

6
CANISIUS

Overdag zal de zon u niet hinderen, En de maan niet des nachts.

WILLIBRORD

Bij dag zal de zon u niet steken, noch de maan in de nacht.

7
CANISIUS

Jahweh behoedt u voor iedere ramp, Hij is bezorgd voor uw leven;

WILLIBRORD

De Heer zal u behoeden voor alle kwaad, behoeden wil Hij uw ziel.

8
CANISIUS

Jahweh waakt over uw komen en gaan Van nu af tot in eeuwigheid.

WILLIBRORD

Hij behoedt uw uitgaan en ingaan van thans tot in eeuwigheid.