Psalmen 113

Willibrord Vertaling (WILLIBRORD)

1

Looft, knechten des Heren, looft de naam van de Heer.

2

De naam van de Heer zij gezegend van thans tot in eeuwigheid.

3

Van de opgang der zon tot haar dalen zij geprezen de naam van de Heer.

4

Hoog boven alle volken de Heer; hemelhoog is zijn glorie.

5

Wie is als de Heer onze God, die woning maakt in den hoge,

6

die neder wil zien op dit laagland? - in de hemel Hij en op aarde;

7

die de arme opricht uit het stof, uit het slijk wil heffen de schamele,

8

dat hij zetelen mag met de machtigen, met de machtigen van zijn volk.

9

Die de onvruchtbare geeft haar plaats in het huis: een lachende moeder van kinderen. Godlof!

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.