Psalmen 111
Alle 2 beschikbare vertalingen
Halleluja! Ik wil Jahweh loven met heel mijn hart In de kring en de gemeente der vromen:
Godlof! De Heer wil ik loven van harte in de kring der oprechten, zijn schare.
Groot zijn de werken van Jahweh, En door allen gezocht, die hun vreugd erin vinden.
Grootmachtig de daden des Heren, voor wie dankbaar gezind zijn herkenbaar;
Zijn daden stralen van glorie en luister, En zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand.
verheven en heerlijk zijn handelen, zijn gerechtigheid houdt stand voor eeuwig.
Door zijn wonderen heeft Hij het in de herinnering gegrift: "Genadig en barmhartig
Zijn wonderen - Hij wil ze herdacht zien. - Genadig de Heer en barmhartig.
Hij gaf voedsel aan hen, die Hem vreesden, En bleef zijn Verbond voor eeuwig indachtig;
Hij geeft wie Hem vrezen hun nooddruft; zijn verbond is Hij eeuwig indachtig.
Hij heeft zijn volk zijn machtige daden getoond, Door hun het erfdeel der heidenen te schenken.
Zijn volk deed Hij zijn machtsdaden kennen; Hij schonk hun het erfland der heidenen.
Waarheid en recht zijn het werk zijner handen, Onveranderlijk al zijn geboden:
Wat zijn hand schept, is waarheid, is orde; al wat Hij opdraagt is waarachtig,
Onwrikbaar voor altijd en eeuwig, Gedragen door trouw en door recht.
onwrikbaar: voor immer en eeuwig, voltrokken in waarheid, volstrektheid.
Hij heeft zijn volk verlossing gebracht, Zijn Verbond voor eeuwig bekrachtigd; Heilig, ontzaglijk is zijn Naam!
Bevrijding schonk Hij zijn volk, schiep voor de eeuwigheid zijn verbond. Heilig, ontzagwekkend zijn naam!
Het begin van de wijsheid is de vreze van Jahweh, En die haar beoefent, zal helder inzicht bekomen; Voor eeuwig zij Hij geprezen!
Grondbeginsel der wijsheid: ontzag voor de Heer; heilzaam inzicht voor wie dit betrachten. Zijn lof zal standhouden voor eeuwig!