Psalmen 1

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

1

Gelukkig de man, Die de raad der goddelozen niet volgt, Niet de weg der zondaars betreedt, Niet neerzit in de kring van de spotters;

2

Maar die zijn vreugde vindt in Jahweh’s wet, En dag en nacht zijn wet overweegt.

3

Hij is als een boom, aan stromend water geplant, Die zijn vrucht geeft op tijd, Waarvan het blad niet verwelkt: Al wat hij doet zal gedijen.

4

De goddelozen zal het heel anders gaan: Als kaf opgejaagd door de wind!

5

Daarom houden de bozen het bij het oordeel niet uit, De zondaars niet in de gemeenschap der vromen.

6

Want Jahweh kent het pad der rechtvaardigen, Maar de weg der goddelozen loopt uit op verderf.

Deel specifieke verzen

Genereer een link om specifieke verzen uit dit hoofdstuk te delen.