Maleachi 3
Alle 2 beschikbare vertalingen
Zie, Ik zend mijn gezant voor Mij uit, om voor Mij de weg te bereiden! Dan komt terstond tot zijn tempel de Heer, dien gij zoekt, de Engel van het Verbond, naar wien gij verlangt. Zie, Hij komt, spreekt Jahweh der heirscharen!
'Zie, ik zend mijn bode om voor Mij uit de weg te banen. Plotseling zal dan de Heer in zijn heiligdom binnentreden, de Heer die gij zoekt, de bode van het verbond, naar wie gij met vreugde uitziet. Zie, Hij komt, zegt Jahwe van de machten.
Maar wie kan de dag van zijn komst verdragen; wie houdt het uit, als Hij verschijnt?
Maar wie verdraagt de dag van zijn komst? Wie blijft er staande, als Hij verschijnt? Want Hij is als het vuur van de smelter, als het loog van de blekers.
Hij zet zich neer, om het zilver te smelten en te louteren! Dan zal Hij de zonen van Levi reinigen, hen louteren als goud en zilver. Dan offeren zij Jahweh weer in gerechtigheid,
Hij zal zich neerzetten, Hij die het zilver smelt en reinigt: de levieten reinigt en loutert Hij, als goud en zilver. Dan zullen zij Jahwe weer hun offergaven brengen zoals dat betaamt.
en de offerande van Juda en Jerusalem zal Jahweh behagen als in de dagen van ouds, als in vroegere jaren.
Dan zal het offer van Juda en Jeruzalem aan Jahwe behagen, evenals in de dagen van weleer, in de vroegere jaren.
Dan zal Ik ook voor u ten oordeel verschijnen, en onmiddellijk als aanklager optreden tegen de tovenaars, echtbrekers en meinedigen, tegen de verdrukkers van werklieden, weduwen en wezen, tegen hen, die den vreemdeling verstoten, en Mij niet vrezen, spreekt Jahweh der heirscharen.
Dan kom Ik tot u om recht te doen, om als een voortvarend aanklager op te treden tegen de tovenaars, de echtbrekers, de meinedigen, tegen degenen die de dagloner zijn verdiende loon onthouden, die de weduwe en de wees verdrukken, die de vreemdeling opzijdringen, tegen al degenen die Mij niet vrezen, zegt Jahwe van de machten.
Waarachtig: Ik, Jahweh, ben niet veranderd; en gij, zonen van Jakob, zijt dezelfden gebleven.
Voorwaar, Ik, Jahwe, Ik ben niet veranderd, maar gij, zonen van Jakob, gij weet van geen ophouden.
Sinds de dagen van uw vaderen zijt gij afgeweken van mijn geboden en hebt ze niet onderhouden. Bekeert u tot Mij, en Ik keer tot u terug, spreekt Jahweh der heirscharen! Gij vraagt: Waarin moeten wij ons bekeren?
Sinds de dagen van uw vaderen zijt gij van mijn voorschriften afgeweken en hebt gij ze niet onderhouden. Keert terug tot Mij, dan keer Ik terug tot u, zegt Jahwe van de machten. Gij vraagt: 'Hoe moeten wij dan terugkeren?'
Mag een mens dan God tekort doen, dat gij Mij tekort doet? Ge zegt: Waarin hebben
Een mens mag God toch niet bestelen? En toch, gij besteelt Mij. Gij vraagt: 'Hoe bestelen wij u dan?' In de tienden en de verplichte bijdragen.
Met vervloeking zijt ge geslagen, heel het volk, en toch blijft ge Mij tekort doen!
Gij zijt door de vervloeking getroffen en toch blijft gij Mij bestelen, heel het volk.
Brengt de tienden van alles naar de schuren, opdat er voorraad zij voor mijn huis; dan kunt gij eens de proef met Mij nemen, spreekt Jahweh der heirscharen, of Ik de sluizen des hemels niet voor u open, en geen zegen in overvloed over u uitstort.
Brengt de tienden van alles naar het voorraadhuis, zodat er in mijn woning voedsel is; stelt Mij maar eens op de proef, zegt Jahwe van de machten, of Ik de luiken van de hemel niet voor u openzet en of Ik niet zegen over u uitstort, meer dan gij kunt opnemen.
Ik zal voor u de knaagbek verjagen, en hij zal de vrucht van uw akker niet vernielen; de wijnstok op het veld zal u zijn vrucht niet onthouden, spreekt Jahweh der heirscharen.
Dan verjaag Ik voor u de veelvraten, zodat die de vruchten van uw akkerland niet meer kunnen vernielen en de wingerd op het veld niet onvruchtbaar voor u blijft, zegt Jahwe van de machten.
Dan zullen alle volken u gelukkig prijzen; want dan zijt gij een lustoord, spreekt Jahweh der heirscharen!
Dan zullen alle volken u gelukkig prijzen, omdat gij een begenadigd land zult zijn, zegt Jahwe van de machten. op de Dag van Jahwe
Uw taal ergert mij, spreekt Jahweh! Ge vraagt: Wat hebben wij dan tegen U onder elkander gezegd?
Uw woorden ergeren Mij, zegt Jahwe. Gij vraagt: 'Wat was er in onze gesprekken dan tegen u gericht?'
Ge hebt gezegd: Verloren moeite, God te dienen; wat hebben wij er mee gewonnen, zijn gebod te onderhouden, en in rouwgewaad voor Jahweh der heirscharen te gaan?
Gij hebt gezegd: 'Het is zinloos God te dienen. Wat winnen wij ermee, dat wij zijn geboden onderhouden en voor Jahwe van de machten in boetekleren lopen?
Neen, we prijzen de opstandigen gelukkig: die kwaad doen, gaat het goed; die God durven tarten, blijven ongemoeid.
Het is immers zo, dat wij degenen die God trotseren gelukkig prijzen; degenen die kwaad doen gaat het voor de wind en degenen die God verzoeken brengen het er goed af.'
Maar zo spreken zij, die Jahweh vrezen, onder elkander. Jahweh heeft er acht op geslagen, en het gehoord. Er ligt voor zijn aan- schijn een gedenkboek, geschreven ten gunste van hen, die Jahweh vrezen en zijn Naam in gedachtenis houden.
Toen spraken degenen die Jahwe vrezen met elkaar. En Jahwe heeft geluisterd en het gehoord. En voor zijn aangezicht werd een gedenkschrift opgesteld aangaande hen die Jahwe vrezen, hen die zijn naam eerbiedigen.
Zij zullen mijn eigendom zijn. spreekt Jahweh der heirscharen, op de dag, dat Ik handelend optreed: Ik zal Mij hunner ontfermen, zoals een mens zich ontfermt over den zoon, die hem dient.
Zij zullen mijn eigendom zijn, zegt Jahwe van de machten, op de dag, die Ik ga maken. Dan zal Ik hen sparen, zoals een man zijn zoon spaart, wanneer die hem dient.
Dan zult ge van inzicht veranderen, en het verschil zien tussen rechtvaardigen en goddelozen, tussen hem, die God dient, en hem die Hem niet dient.
Dan zult gij opnieuw het verschil zien tussen de rechtvaardige en de boosdoener, tussen degene die God dient en degene die Hem niet dient.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Want weet wel: hij gaat komen, de dag, die zal branden als een oven. Al degenen die God trotseren en al degenen die kwaad doen, zij worden kaf. De dag die gaat komen, steekt hen in brand - zegt Jahwe van de machten - de dag, die wortel noch tak van hen overlaat.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Maar voor u, die mijn naam vreest, gaat dan de zon van de gerechtigheid op, die met haar vleugels genezing brengt. Dan zult gij dansend naar buiten komen, als kalveren die op stal hebben gestaan,
Niet beschikbaar in deze vertaling
en gij zult de boosdoeners vertrappen; ze zullen stof onder uw voetzolen zijn, op de dag, die Ik ga maken, zegt Jahwe van de machten.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Weest dus de wet indachtig van Mozes, mijn dienaar, aan wie Ik op de Horeb voorschriften en bepalingen voor heel Israël heb gegeven.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Zie, Ik ga u de profeet Elia zenden voordat de dag van Jahwe komt, de grote, vreeswekkende dag.
Niet beschikbaar in deze vertaling
En hij zal het hart van de vaders naar de zonen keren en het hart van de zonen naar de vaders, zodat Ik niet behoef te komen om het land met de ban te slaan.