Maleachi 3

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Zie, Ik zend mijn gezant voor Mij uit, om voor Mij de weg te bereiden! Dan komt terstond tot zijn tempel de Heer, dien gij zoekt, de Engel van het Verbond, naar wien gij verlangt. Zie, Hij komt, spreekt Jahweh der heirscharen!

WILLIBRORD

'Zie, ik zend mijn bode om voor Mij uit de weg te banen. Plotseling zal dan de Heer in zijn heiligdom binnentreden, de Heer die gij zoekt, de bode van het verbond, naar wie gij met vreugde uitziet. Zie, Hij komt, zegt Jahwe van de machten.

2
CANISIUS

Maar wie kan de dag van zijn komst verdragen; wie houdt het uit, als Hij verschijnt?

WILLIBRORD

Maar wie verdraagt de dag van zijn komst? Wie blijft er staande, als Hij verschijnt? Want Hij is als het vuur van de smelter, als het loog van de blekers.

3
CANISIUS

Hij zet zich neer, om het zilver te smelten en te louteren! Dan zal Hij de zonen van Levi reinigen, hen louteren als goud en zilver. Dan offeren zij Jahweh weer in gerechtigheid,

WILLIBRORD

Hij zal zich neerzetten, Hij die het zilver smelt en reinigt: de levieten reinigt en loutert Hij, als goud en zilver. Dan zullen zij Jahwe weer hun offergaven brengen zoals dat betaamt.

4
CANISIUS

en de offerande van Juda en Jerusalem zal Jahweh behagen als in de dagen van ouds, als in vroegere jaren.

WILLIBRORD

Dan zal het offer van Juda en Jeruzalem aan Jahwe behagen, evenals in de dagen van weleer, in de vroegere jaren.

5
CANISIUS

Dan zal Ik ook voor u ten oordeel verschijnen, en onmiddellijk als aanklager optreden tegen de tovenaars, echtbrekers en meinedigen, tegen de verdrukkers van werklieden, weduwen en wezen, tegen hen, die den vreemdeling verstoten, en Mij niet vrezen, spreekt Jahweh der heirscharen.

WILLIBRORD

Dan kom Ik tot u om recht te doen, om als een voortvarend aanklager op te treden tegen de tovenaars, de echtbrekers, de meinedigen, tegen degenen die de dagloner zijn verdiende loon onthouden, die de weduwe en de wees verdrukken, die de vreemdeling opzijdringen, tegen al degenen die Mij niet vrezen, zegt Jahwe van de machten.

6
CANISIUS

Waarachtig: Ik, Jahweh, ben niet veranderd; en gij, zonen van Jakob, zijt dezelfden gebleven.

WILLIBRORD

Voorwaar, Ik, Jahwe, Ik ben niet veranderd, maar gij, zonen van Jakob, gij weet van geen ophouden.

7
CANISIUS

Sinds de dagen van uw vaderen zijt gij afgeweken van mijn geboden en hebt ze niet onderhouden. Bekeert u tot Mij, en Ik keer tot u terug, spreekt Jahweh der heirscharen! Gij vraagt: Waarin moeten wij ons bekeren?

WILLIBRORD

Sinds de dagen van uw vaderen zijt gij van mijn voorschriften afgeweken en hebt gij ze niet onderhouden. Keert terug tot Mij, dan keer Ik terug tot u, zegt Jahwe van de machten. Gij vraagt: 'Hoe moeten wij dan terugkeren?'

8
CANISIUS

Mag een mens dan God tekort doen, dat gij Mij tekort doet? Ge zegt: Waarin hebben

WILLIBRORD

Een mens mag God toch niet bestelen? En toch, gij besteelt Mij. Gij vraagt: 'Hoe bestelen wij u dan?' In de tienden en de verplichte bijdragen.

9
CANISIUS

Met vervloeking zijt ge geslagen, heel het volk, en toch blijft ge Mij tekort doen!

WILLIBRORD

Gij zijt door de vervloeking getroffen en toch blijft gij Mij bestelen, heel het volk.

10
CANISIUS

Brengt de tienden van alles naar de schuren, opdat er voorraad zij voor mijn huis; dan kunt gij eens de proef met Mij nemen, spreekt Jahweh der heirscharen, of Ik de sluizen des hemels niet voor u open, en geen zegen in overvloed over u uitstort.

WILLIBRORD

Brengt de tienden van alles naar het voorraadhuis, zodat er in mijn woning voedsel is; stelt Mij maar eens op de proef, zegt Jahwe van de machten, of Ik de luiken van de hemel niet voor u openzet en of Ik niet zegen over u uitstort, meer dan gij kunt opnemen.

11
CANISIUS

Ik zal voor u de knaagbek verjagen, en hij zal de vrucht van uw akker niet vernielen; de wijnstok op het veld zal u zijn vrucht niet onthouden, spreekt Jahweh der heirscharen.

WILLIBRORD

Dan verjaag Ik voor u de veelvraten, zodat die de vruchten van uw akkerland niet meer kunnen vernielen en de wingerd op het veld niet onvruchtbaar voor u blijft, zegt Jahwe van de machten.

12
CANISIUS

Dan zullen alle volken u gelukkig prijzen; want dan zijt gij een lustoord, spreekt Jahweh der heirscharen!

WILLIBRORD

Dan zullen alle volken u gelukkig prijzen, omdat gij een begenadigd land zult zijn, zegt Jahwe van de machten. op de Dag van Jahwe

13
CANISIUS

Uw taal ergert mij, spreekt Jahweh! Ge vraagt: Wat hebben wij dan tegen U onder elkander gezegd?

WILLIBRORD

Uw woorden ergeren Mij, zegt Jahwe. Gij vraagt: 'Wat was er in onze gesprekken dan tegen u gericht?'

14
CANISIUS

Ge hebt gezegd: Verloren moeite, God te dienen; wat hebben wij er mee gewonnen, zijn gebod te onderhouden, en in rouwgewaad voor Jahweh der heirscharen te gaan?

WILLIBRORD

Gij hebt gezegd: 'Het is zinloos God te dienen. Wat winnen wij ermee, dat wij zijn geboden onderhouden en voor Jahwe van de machten in boetekleren lopen?

15
CANISIUS

Neen, we prijzen de opstandigen gelukkig: die kwaad doen, gaat het goed; die God durven tarten, blijven ongemoeid.

WILLIBRORD

Het is immers zo, dat wij degenen die God trotseren gelukkig prijzen; degenen die kwaad doen gaat het voor de wind en degenen die God verzoeken brengen het er goed af.'

16
CANISIUS

Maar zo spreken zij, die Jahweh vrezen, onder elkander. Jahweh heeft er acht op geslagen, en het gehoord. Er ligt voor zijn aan- schijn een gedenkboek, geschreven ten gunste van hen, die Jahweh vrezen en zijn Naam in gedachtenis houden.

WILLIBRORD

Toen spraken degenen die Jahwe vrezen met elkaar. En Jahwe heeft geluisterd en het gehoord. En voor zijn aangezicht werd een gedenkschrift opgesteld aangaande hen die Jahwe vrezen, hen die zijn naam eerbiedigen.

17
CANISIUS

Zij zullen mijn eigendom zijn. spreekt Jahweh der heirscharen, op de dag, dat Ik handelend optreed: Ik zal Mij hunner ontfermen, zoals een mens zich ontfermt over den zoon, die hem dient.

WILLIBRORD

Zij zullen mijn eigendom zijn, zegt Jahwe van de machten, op de dag, die Ik ga maken. Dan zal Ik hen sparen, zoals een man zijn zoon spaart, wanneer die hem dient.

18
CANISIUS

Dan zult ge van inzicht veranderen, en het verschil zien tussen rechtvaardigen en goddelozen, tussen hem, die God dient, en hem die Hem niet dient.

WILLIBRORD

Dan zult gij opnieuw het verschil zien tussen de rechtvaardige en de boosdoener, tussen degene die God dient en degene die Hem niet dient.

19
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

Want weet wel: hij gaat komen, de dag, die zal branden als een oven. Al degenen die God trotseren en al degenen die kwaad doen, zij worden kaf. De dag die gaat komen, steekt hen in brand - zegt Jahwe van de machten - de dag, die wortel noch tak van hen overlaat.

20
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

Maar voor u, die mijn naam vreest, gaat dan de zon van de gerechtigheid op, die met haar vleugels genezing brengt. Dan zult gij dansend naar buiten komen, als kalveren die op stal hebben gestaan,

21
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

en gij zult de boosdoeners vertrappen; ze zullen stof onder uw voetzolen zijn, op de dag, die Ik ga maken, zegt Jahwe van de machten.

22
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

Weest dus de wet indachtig van Mozes, mijn dienaar, aan wie Ik op de Horeb voorschriften en bepalingen voor heel Israël heb gegeven.

23
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

Zie, Ik ga u de profeet Elia zenden voordat de dag van Jahwe komt, de grote, vreeswekkende dag.

24
CANISIUS

Niet beschikbaar in deze vertaling

WILLIBRORD

En hij zal het hart van de vaders naar de zonen keren en het hart van de zonen naar de vaders, zodat Ik niet behoef te komen om het land met de ban te slaan.