Lukas 21

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Toen Hij nu opkeek, zag Hij de rijken hun giften in de offerkist storten.

WILLIBRORD

Toen Hij opkeek, zag Hij de rijken hun gaven in de offerkist werpen,

2
CANISIUS

Maar Hij zag ook een arme weduwe, die er twee penningen in wierp.

WILLIBRORD

maar Hij zag ook een behoeftige weduwe die er twee penningen inwierp.

3
CANISIUS

En Hij sprak: Voorwaar, Ik zeg u: deze arme weduwe heeft er meer in gestort dan alle anderen.

WILLIBRORD

En Hij sprak: 'Waarlijk, Ik zeg u: die arme weduwe heeft er het meeste van allen ingeworpen.

4
CANISIUS

Want allen hebben van hun overvloed geofferd, maar zij heeft van haar armoede gegeven, heel haar vermogen.

WILLIBRORD

Die mensen hebben allen iets van hun overvloed bij de gaven voor God geworpen, maar zij offerde van haar armoe alles waar ze van leven moest.'

5
CANISIUS

Toen sommigen van de tempel zeiden, dat hij versierd was met prachtige stenen en geschenken, sprak Hij:

WILLIBRORD

Toen sommigen opmerkten, hoe de tempel daar prijkte met zijn fraaie stenen en wijgeschenken, zei Hij:

6
CANISIUS

Er zullen dagen komen, dat van al wat ge daar ziet, geen steen op de andere zal blijven, maar alles zal worden verwoest.

WILLIBRORD

'Wat ge daar ziet: er zal een tijd komen, dat er geen steen op de andere gelaten zal worden, alles zal verwoest worden.'

7
CANISIUS

Ze vroegen Hem: Meester, wanneer zal dat gebeuren, en wat zal het teken zijn, dat het op handen is?

WILLIBRORD

Ze vroegen Hem nu: 'Meester, wanneer zal dat dan plaats vinden? En wat zal het teken zijn dat dit gaat gebeuren?'

8
CANISIUS

Hij sprak: Past op, dat gij u niet laat misleiden! Want velen zullen met mijn Naam optreden, en zeggen: Ik ben het; en de tijd is nabij. Gaat hen niet achterna.

WILLIBRORD

Maar Hij zei: 'Weest op uw hoede, dat gij niet in dwaling gebracht wordt. Want velen zullen optreden in mijn Naam en zeggen: Ik ben het, en: Het ogenblik is nabij. Loopt niet achter hen aan.

9
CANISIUS

En wanneer gij hoort van oorlogen en omwentelingen, schrikt er niet van; want eerst moet dit alles gebeuren, en ook dan nog komt het einde niet dadelijk.

WILLIBRORD

En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u dan niet uit het veld slaan. Dat alles moet wel eerst gebeuren, maar het einde volgt niet terstond.”

10
CANISIUS

Toen zeide Hij hun: Volk zal opstaan tegen volk, en rijk tegen rijk;

WILLIBRORD

Toen sprak Hij tot hen: “Er zal strijd zijn van volk tegen volk en van koninkrijk tegen koninkrijk;

11
CANISIUS

en er zullen geweldige aardbevingen zijn, en pest en hongersnood op verschillende plaatsen; verschrikkingen zullen er komen, en grote tekenen aan de hemel.

WILLIBRORD

er zullen hevige aardbevingen zijn, en hongersnood en pest, nu hier en dan daar, schrikwekkende dingen en aan de hemel geweldige tekenen.

12
CANISIUS

Maar eer dit alles geschiedt, zal men de hand aan u slaan en u vervolgen; u in synagogen en kerkers brengen, u slepen voor koningen en landvoogden terwille van mijn Naam.

WILLIBRORD

Maar nog voor dit alles geschiedt, zullen zij u vastgrijpen en vervolgen; zij zullen u overleveren aan de synagogen en gevangenzetten, u voor koningen en stadhouders voeren omwille van mijn Naam.

13
CANISIUS

Dat zal u overkomen, omdat gij getuigenis afleggen moet.

WILLIBRORD

Het zal voor u uitlopen op een getuigenis.

14
CANISIUS

Neemt dan bij uzelf het besluit, er niet bezorgd voor te zijn, hoe gij u verdedigen zult.

WILLIBRORD

Welnu, prent het u in, dat gij dan uw verdediging niet moet voorbereiden.

15
CANISIUS

Want Ik zal u een taal en wijsheid geven, die geen uwer tegenstanders zal kunnen weerstaan of weerspreken.

WILLIBRORD

Want Ik zal u een taal en een wijsheid geven, die geen van uw tegenstanders zal kunnen weerstaan of weerspreken.

16
CANISIUS

Gij zult overgeleverd worden door ouders en broers, door bloedverwanten en vrienden; sommigen van u zal men doden.

WILLIBRORD

Ge zult zelfs door ouders en broers, door bloedverwanten en vrienden overgeleverd worden en sommigen van u zullen ze ter dood doen brengen.

17
CANISIUS

En gij zult gehaat zijn bij allen terwille van mijn Naam;

WILLIBRORD

Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen omwille van mijn Naam;

18
CANISIUS

maar geen haar op uw hoofd zal verloren gaan.

WILLIBRORD

geen haar van uw hoofd zal verloren gaan.

19
CANISIUS

Door uw standvastigheid zult gij uw ziel behouden.

WILLIBRORD

Door standvastig te zijn zult ge uw leven winnen.

20
CANISIUS

Wanneer gij Jerusalem door legers ziet ingesloten, weet dan, dat haar verwoesting nabij is.

WILLIBRORD

Wanneer gij Jeruzalem door legers omsingeld ziet, weet dan dat zijn verwoesting nabij is.

21
CANISIUS

Laten zij, die in Judea zijn, dan naar de bergen vluchten; die binnen de stad zijn, er uittrekken, en die op het land zijn, er niet binnengaan.

WILLIBRORD

Laten dan de mensen in Judea naar de bergen vluchten; die in de stad zijn eruit trekken, en die op het land vertoeven daar niet binnengaan:

22
CANISIUS

Want dat zijn dagen van wraak; en alles wat er geschreven staat, zal in vervulling gaan.

WILLIBRORD

dagen van wraak zijn het, waarop alles wat geschreven staat vervuld wordt.

23
CANISIUS

Wee in die dagen de zwangere en de zogende vrouwen. Want daar zal grote ellende zijn in het land, en toorn over dit volk.

WILLIBRORD

Wee de zwangeren en zogenden in die dagen. Want er zal grote nood komen over het land en strafgericht over dit volk.

24
CANISIUS

Ze zullen over de kling worden gejaagd, en als gevangenen worden weggevoerd onder alle volken; en Jerusalem zal door de heidenen worden vertrapt, tot de tijden der heidenen voorbij zullen zijn.

WILLIBRORD

Sommigen zullen vallen door het scherp van zijn zwaard, anderen als gevangenen onder alle volkeren worden verstrooid. Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijd van de heidenen vervuld is.

25
CANISIUS

En er zullen tekenen zijn in zon en maan en sterren; en op de aarde doodsangst onder de volken, radeloos door het donderend geweld van de zee en de golven.

WILLIBRORD

Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren en op de aarde zullen volkeren in angst verkeren, radeloos door het gebulder van de onstuimige zee.

26
CANISIUS

De mensen zullen verstijven van vrees en bange verwachting, van wat de wereld gaat overkomen; want de krachten der hemelen zullen worden geschokt.

WILLIBRORD

De mensen zullen het besterven van schrik, in spanning om wat de wereld gaat overkomen, want de hemelse heerscharen zullen in verwarring geraken.

27
CANISIUS

Dan zullen ze den Mensenzoon op een wolk zien komen, met grote macht en majesteit.

WILLIBRORD

Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk, met macht en grote heerlijkheid.

28
CANISIUS

Welnu, wanneer dit alles een aanvang gaat nemen, blikt op dan, en heft uw hoofden omhoog; want uw verlossing is nabij.

WILLIBRORD

Wanneer zich dit alles begint te voltrekken, richt u dan op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing komt naderbij.'

29
CANISIUS

En Hij stelde hun een gelijkenis voor: Ziet naar de vijgeboom en alle andere bomen;

WILLIBRORD

Hij maakte een vergelijking en zei: 'Kijkt naar de vijgenboom en naar alle andere bomen;

30
CANISIUS

zodra gij ze ziet uitbotten, dan weet gij ook, dat de zomer nabij is.

WILLIBRORD

zodra ze uitlopen weet ge, als ge dat ziet, dat de zomer in aantocht is.

31
CANISIUS

Zo ook, wanneer gij dit alles ziet, weet dan, dat het koninkrijk Gods nabij is.

WILLIBRORD

Zo ook, wanneer ge al deze dingen ziet, weet dan dat het Rijk Gods nabij is.

32
CANISIUS

Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht gaat niet voorbij, vóórdat dit alles is geschied.

WILLIBRORD

Voorwaar, Ik zeg u: dit geslacht zal niet voorbijgaan, voor dit alles geschied is.

33
CANISIUS

Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.

WILLIBRORD

Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.

34
CANISIUS

Let op uzelf. Laat uw harten niet worden bezwaard door brasserij, dronkenschap en de zorgen des levens; en laat die dag u niet onverhoeds overvallen,

WILLIBRORD

Zorgt ervoor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap en de zorgen des levens; laat die dag u niet als een strik onverhoeds grijpen,

35
CANISIUS

als een strik. Want hij zal komen over allen, die de ganse aarde bewonen.

WILLIBRORD

want hij zal komen over allen waar ook ter wereld.

36
CANISIUS

Waakt dus, en blijft altijd bidden, opdat gij ontkomen moogt aan dat alles, wat er gebeuren gaat; en opdat gij stand moogt houden voor het aanschijn van den Mensenzoon.

WILLIBRORD

Weest dus te allen tijde waakzaam en bidt, dat ge in staat moogt zijn te ontkomen aan al die dingen die zich gaan voltrekken, en stand moogt houden voor het aangezicht van de Mensenzoon.'

37
CANISIUS

Overdag gaf Hij onderricht in de tempel, maar ‘s nachts ging Hij heen en bleef op

WILLIBRORD

Overdag gaf Hij onderricht in de tempel, maar de nachten ging Hij buiten doorbrengen op de Olijfberg.

38
CANISIUS

En al het volk kwam ‘s morgens vroeg bij Hem in de tempel, om Hem te horen.

WILLIBRORD

En elke ochtend kwam al het volk in de vroegte naar Hem toe om in de tempel naar Hem te luisteren.