Kolossenzen 4

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Gij meesters, geeft uw slaven wat recht is en billijk; want gij weet, dat ook gij een Meester hebt in de hemel.

WILLIBRORD

Meesters, betracht jegens uw slaven recht en billijkheid, in het besef dat ook gij een meester hebt: in de hemel.

2
CANISIUS

Volhardt in het gebed, aandachtig en dankbaar!

WILLIBRORD

Volhardt in het gebed en de dankzegging en blijft waakzaam.

3
CANISIUS

Bidt ook voor ons, dat God ons de deur der prediking mag openen, en ik het heilsgeheim van Christus verkondigen mag, waarvoor ik dan ook een gevangene ben;

WILLIBRORD

Bidt tevens voor ons, dat God een deur moge openen voor onze prediking, om het geheim van Christus, waarvoor ik de boeien draag, te verkondigen;

4
CANISIUS

en dat ik het openlijk mag preken, zoals het mijn plicht is.

WILLIBRORD

moge ik het juiste woord vinden om het kenbaar te maken.

5
CANISIUS

Uw omgang met de buitenstaanders moet met wijsheid gebeuren; neemt daartoe elke gunstige gelegenheid te baat.

WILLIBRORD

Gedraagt u verstandig jegens de buitenstaanders. Benut de gunstige gelegenheid.

6
CANISIUS

Uw gesprek moet steeds opgewekt zijn, met zout gekruid; gij moet weten, hoe gij iedereen te woord hebt te staan.

WILLIBRORD

Uw spreken zij steeds innemend, met een vleugje zout erbij, zodat gij iedereen het juiste antwoord weet te geven.

7
CANISIUS

Túchicus, mijn geliefde broeder, de trouwe dienaar en medearbeider in den Heer, zal u volledig inlichten over mijn toestand.

WILLIBRORD

Týchikus, onze geliefde broeder, mijn trouwe helper en gezel in de dienst des Heren, zal u volledig inlichten over mijn omstandigheden.

8
CANISIUS

Daarom juist zend ik hem naar u toe, opdat gij weten moogt, hoe het ons gaat, en opdat hij uw harten mag troosten.

WILLIBRORD

Juist daarom zend ik hem naar u toe, dat gij zoudt vernemen hoe het ons gaat en hij uw hart moge vertroosten.

9
CANISIUS

Met hem zend ik Onésimus uw landgenoot, den trouwen en geliefden broeder. Zij zullen u vertellen al wat hier gebeurt.

WILLIBRORD

Met hem zend ik Onésimus, onze trouwe en geliefde broeder, die een der uwen is. Zij zullen u op de hoogte brengen van al wat hier gebeurd is.

10
CANISIUS

U groet Aristarchus, mijn medegevangene; en Markus, de neef van Bárnabas, over wien gij reeds de opdracht hebt gekregen, hem goed te ontvangen, als hij bij u komt; Jesus eveneens, ook Justus geheten.

WILLIBRORD

De groeten van Aristarchus, mijn medegevangene, en Marcus, de neef van Barnabas, over wie gij reeds aanwijzingen hebt gekregen; ontvangt hem goed, als hij bij u komt.

11
CANISIUS

Ze zijn de enigen uit de besnijdenis, die mijn medewerkers voor het koninkrijk Gods, en voor mijzelf een grote troost zijn geweest.

WILLIBRORD

Eveneens groet u Jezus, ook Justus genaamd. Van de Joodse christenen zijn zij de enigen die met mij werken voor het koninkrijk van God; ze zijn voor mij dan ook een grote troost geweest.

12
CANISIUS

U groet Épafras uw landgenoot, een dienstknecht van Christus Jesus, die steeds voor u worstelt in zijn gebeden, opdat gij stand moogt houden, volmaakt en volkomen, in alles wat God van u verlangt.

WILLIBRORD

U groet Épafras, uw stadgenoot, een dienstknecht van Christus Jezus, die steeds vurig voor u bidt, opdat gij moogt volharden in de volmaakte vervulling van al wat God wil.

13
CANISIUS

Want ik getuig over hem, dat hij zich veel moeite getroost, zowel voor u als voor hen, die in Laodicea en Hiërápolis zijn.

WILLIBRORD

Ik kan van hem getuigen, dat hij zich veel moeite geeft voor u, en ook voor de gelovigen in Laodicéa en Hiërápolis.

14
CANISIUS

U groet de geliefde Lukas, de arts, en Demas eveneens.

WILLIBRORD

U groet mijn vriend Lucas, de arts, en Demas.

15
CANISIUS

Groet de broeders in Laodicea; zo ook Numfa met de gemeente, die in haar huis vergadert.

WILLIBRORD

Groet de broeders te Laodicéa, en Nymfa en de gemeente die in haar huis samenkomt.

16
CANISIUS

En wanneer de brief bij u is voorgelezen, zorgt er dan voor, dat hij ook in de kerk van Laodicea voorgelezen wordt, en dat gij zelf de brief uit Laodicea te lezen krijgt.

WILLIBRORD

En wanneer deze brief bij u is voorgelezen, zorgt dan dat hij ook in de gemeente van Laodicéa wordt voorgelezen, en dat gij de brief uit Laodicéa te lezen krijgt.

17
CANISIUS

En zegt aan Archippus: Zorg er voor, dat ge het ambt naar behoren vervult, dat ge ontvangen hebt in den Heer.

WILLIBRORD

Zegt aan Archippus: “Denk eraan de taak die gij om de Heer op u genomen hebt, goed te vervullen.”

18
CANISIUS

De eigenhandige groet van mij: Paulus. Weest mijn boeien indachtig! De genade zij met u allen!

WILLIBRORD

Eigenhandige groet van mij, Paulus. Gedenkt mijn boeien! De genade zij met u.