Kolossenzen 3

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Zo gij dan met Christus verrezen zijt, zoekt dan ook naar wat hierboven is: waar Christus is, gezeten aan Gods rechterhand.

WILLIBRORD

Als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods.

2
CANISIUS

Weest bedacht op wat daarboven is, en niet op het aardse.

WILLIBRORD

Zint op het hemelse, niet op het aardse.

3
CANISIUS

Want gij zijt dood, en uw leven is met Christus verborgen in God.

WILLIBRORD

Gij zijt immers gestorven en uw leven is nu met Christus verborgen in God.

4
CANISIUS

Maar wanneer Christus, ons leven, wordt geopenbaard, dan zult ook gij geopenbaard worden in glorie, tezamen met Hem.

WILLIBRORD

Christus is uw leven, en wanneer Hij verschijnt zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.

5
CANISIUS

Doodt dan wat aards is in uw leden: ontucht, onreinheid, drift, boze begeerte en hebzucht, welke ten slotte afgoderij is;

WILLIBRORD

Maakt dus radicaal een einde aan immorele praktijken, ontucht, onzedelijkheid, hartstocht, begeerlijkheid en de hebzucht die gelijk staat met afgoderij.

6
CANISIUS

door dit alles komt Gods toorn.

WILLIBRORD

Deze dingen roepen Gods toorn af.

7
CANISIUS

Zeker, dit alles hebt gij vroeger gedaan, toen gij daarin hebt geleefd.

WILLIBRORD

Ook gij hebt u indertijd hieraan overgegeven en in deze zonden geleefd.

8
CANISIUS

Maar thans moet ook gij dit alles afleggen: toorn, gramschap, boosheid, laster, oneerbare taal uit uw mond;

WILLIBRORD

Maar nu moet ge dit alles vaarwel zeggen. Weg met de toorn, gramschap, kwaadaardigheid, laster en beschimping!

9
CANISIUS

bedriegt elkander niet. Want gij hebt den ouden mens afgelegd met zijn practijken,

WILLIBRORD

En beliegt elkaar niet meer. Legt de oude mens met zijn gedragingen af,

10
CANISIUS

en aangetrokken den nieuwen mens, die tot beter inzicht vernieuwd is naar het beeld van zijn Schepper.

WILLIBRORD

bekleedt u met de nieuwe mens, die op weg is naar het ware inzicht, zich vernieuwend naar het beeld van zijn schepper.

11
CANISIUS

Zó is er geen Griek meer of Jood, geen besnedene of onbesnedene, geen barbaar en geen Scyt, geen slaaf en geen vrije; maar Christus is alles in allen.

WILLIBRORD

Dan is er geen sprake meer van heiden of Jood, besnedene of onbesnedene, barbaar en onbeschaafde, van slaaf of vrije mens. Daar is alleen Christus, alles in allen.

12
CANISIUS

Bekleedt u dan, als Gods uitverkoren heiligen en geliefden, met innige barmhartigheid, met goedheid, ootmoed, zachtheid en lankmoedigheid.

WILLIBRORD

Doet dat aan, als Gods heilige en geliefde uitverkorenen, tedere ontferming, goedheid, deemoed, zachtheid en geduld.

13
CANISIUS

Weest verdraagzaam jegens elkander en vergeeft elkander, als gij over elkaar hebt te klagen; zoals de Heer ú heeft vergeven, zo moet ook gij het doen.

WILLIBRORD

Verdraagt elkander en vergeeft elkander, als de een tegen de ander een grief heeft. Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij vergeven.

14
CANISIUS

Trekt over dit alles de liefde aan, die de band is der volmaaktheid.

WILLIBRORD

Voegt bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid.

15
CANISIUS

In uw harten heerse ook de vrede van Christus; want daartoe zijt gij tot één lichaam geroepen. Weest dankbaar bovendien!

WILLIBRORD

En laat de vrede van Christus heersen in uw hart; daartoe zijt gij immers geroepen als leden van één lichaam. En weest dankbaar.

16
CANISIUS

Moge Christus’ woord in u wonen in rijke overvloed! Leert en vermaant elkander met

WILLIBRORD

Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen. Leert en vermaant elkander met alle wijsheid. Zingt voor God met een dankbaar hart psalmen, hymnen en liederen, ingegeven door de Geest.

17
CANISIUS

En al wat gij doet, door woord of door daad, doet het in de naam van Jesus den Heer, en betuigt dan door Hem aan God den Vader uw dank!

WILLIBRORD

En al wat gij doet in woord of werk, doet alles in de naam van Jezus de Heer, God de Vader dankend door Hem.

18
CANISIUS

Gij vrouwen, weest onderdanig aan uw mannen, zoals het uw plicht is in den Heer.

WILLIBRORD

Vrouwen, weest uw man onderdanig, zoals het christenen betaamt.

19
CANISIUS

Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, en weest niet ongenietbaar jegens haar.

WILLIBRORD

Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet humeurig tegen haar.

20
CANISIUS

Gij kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles; want dit is welgevallig in den Heer.

WILLIBRORD

Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is de Heer welgevallig.

21
CANISIUS

Gij vaders, verbittert uw kinderen niet, opdat ze niet onverschillig gaan worden.

WILLIBRORD

Vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij de moed niet verliezen.

22
CANISIUS

Gij slaven, gehoorzaamt uw aardse meesters in alles, niet als ogendienaars, die mensen behagen, maar in eenvoud van hart, uit vrees voor den Heer.

WILLIBRORD

Slaven, gehoorzaamt uw aardse meesters in alles, niet als ogendienaars, uit zucht om te behagen, maar in eenvoud van hart, met ontzag voor de Heer.

23
CANISIUS

Al wat gij doet, doet het van harte, als voor den Heer en niet als voor mensen;

WILLIBRORD

Verricht uw werk welgemoed voor de Heer, niet voor de mensen,

24
CANISIUS

gij weet toch, dat gij van den Heer het erfdeel als loon zult ontvangen. Weest slaven van Christus, den Heer!

WILLIBRORD

in de overtuiging dat gij van de Heer als beloning het erfdeel zult ontvangen. De Heer die gij dient is Christus.

25
CANISIUS

Want wie onrecht doet, zal zijn onrecht moeten boeten; er bestaat geen aanzien van personen.

WILLIBRORD

Wie onrecht doet, krijgt zijn onrecht terug; Hij kent geen gunstelingen.