Job 36

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Vierde rede: mag de mens God ter verantwoording roepen? Elihoe vervolgde, en sprak:

WILLIBRORD

Elihu bleef maar aan het woord:

2
CANISIUS

Heb nog een weinig geduld, en ik zal u onderrichten, Want er valt nog genoeg ten gunste van de Godheid te zeggen;

WILLIBRORD

Even geduld, en ik laat u horen wat God nog meer heeft aan te voeren.

3
CANISIUS

Ik wil mijn kennis tot het uiterste voeren, Om mijn Schepper te rechtvaardigen.

WILLIBRORD

Ik haal mijn wijsheid van ver, namens mijn Maker verkondig ik u de waarheid.

4
CANISIUS

Neen, mijn woorden liegen niet: Ge hebt met iemand te doen, die het eerlijk meent.

WILLIBRORD

Wat ik zeg is geen verzinsel, ik spreek met kennis van zaken.

5
CANISIUS

Ja, God is groot: Hij veracht den rechtschapene niet;

WILLIBRORD

God is de Oude van dagen maar tevens de Machtige; alle blaaskaken veracht Hij.

6
CANISIUS

Machtig: Hij laat den boze niet leven! Hij verschaft aan de verdrukten hun recht,

WILLIBRORD

Rijkaards doet Hij sterven, armen verschaft Hij recht.

7
CANISIUS

Van de rechtvaardigen wendt Hij zijn ogen niet af; Hij zet ze bij koningen op de troon, Hoog plaatst Hij hun zetel voor eeuwig!

WILLIBRORD

Hij kan zijn oog niet afhouden van de rechtvaardige, ja, Hij zet hem als een koning op de troon, Hij heeft hem hoog eens voor altijd.

8
CANISIUS

Maar worden zij in boeien geklonken, In koorden van ellende gevangen,

WILLIBRORD

Zelfs als Hij hem vangt en boeit met koorden van ellende,

9
CANISIUS

Dan brengt Hij hun daardoor hun gedrag onder het oog, En hun zonden uit hoogmoed ontstaan;

WILLIBRORD

wil Hij alleen maar aan het licht brengen hoe groot en talrijk zijn zonden zijn;

10
CANISIUS

Zo opent Hij hun oor ter belering, En vermaant ze, zich van hun ongerechtigheid te bekeren.

WILLIBRORD

wil Hij zijn manende stem laten horen: keer terug op uw schreden naar het kwaad.

11
CANISIUS

Wanneer ze dan luisteren, en Hem weer dienen, Dan slijten ze hun dagen in geluk, Hun jaren in weelde;

WILLIBRORD

En als de mens dan luistert als een trouwe knecht: dagen van welzijn en jaren van geluk vallen hem ten deel!

12
CANISIUS

Maar wanneer ze niet willen horen, Dan gaan ze heen naar het graf, En komen om door onverstand.

WILLIBRORD

Luistert hij niet, dan verzinkt hij in het moeras, in de dood, en hij begrijpt niet waarom.

13
CANISIUS

En de verstokten, die er toornig om worden, En niet smeken, als Hij ze bindt:

WILLIBRORD

Wie godvergeten wrok blijft koesteren en niet bidt als God hem in boeien slaat,

14
CANISIUS

Zij sterven al in hun jeugd, Hun leven vliedt heen in de jonge jaren.

WILLIBRORD

die sterft vroeg af verlept als een tempeljongen.

15
CANISIUS

Hij redt dus den ellendige door zijn ellende, En opent zijn oor door zijn nood!

WILLIBRORD

Dus: lijden is een redplank voor hen die lijden, een manende stem.

16
CANISIUS

Zo trekt Hij ook u uit de muil van ellende Inplaats daarvan zal het onbekrompen overvloed zijn, En het genot van een dis, met vette spijzen beladen.

WILLIBRORD

Welnu: u hebt zich laten misleiden, meeslepen door uw onbeperkte mogelijkheden, door de veilige overvloed van uw welvoorziene tafel

17
CANISIUS

Maar oordeelt gij geheel als een boze zijn gericht zal u treffen,

WILLIBRORD

vol uitgelezen gerechten, en dat ten koste van uw eigen gerechtigheid.

18
CANISIUS

Pas dus op, dat de wrevel u geen straf komt brengen, Waarvan de grootste losprijs u niet zou ontslaan;

WILLIBRORD

Pas toch op, laat u niet verleiden door overdaad aan kostelijke gaven.

19
CANISIUS

Uw smeken tot Hem in de nood niets bereiken Al doet ge het ook uit al uw kracht.

WILLIBRORD

Rijkdom en macht, tenzij gelouterd, schaden eerder dan dat zij baten zouden.

20
CANISIUS

Laat de dwaasheid u toch niet bedriegen Om u te verheffen met hen, die wijs willen zijn;

WILLIBRORD

Koester niet bij nacht en ontij het verlangen om tot voor zijn aangezicht, zijn tribunaal, te komen.

21
CANISIUS

Wacht u ervoor, u tot de zonde te wenden, Want hierdoor juist werdt gij door ellende bezocht!

WILLIBRORD

Houd u liever verre van dat onzalig idee en verdraag uw ellende.

22
CANISIUS

Zie, God is groot door zijn kracht: Wie is heerser als Hij?

WILLIBRORD

Bedenk: God is hoogverheven en machtig. Wie is als Hij?

23
CANISIUS

Wie schrijft Hem zijn weg voor, Wie zegt: Gij handelt verkeerd?

WILLIBRORD

Wie wees Hem de weg die Hij moet inslaan? Wie zegt Hem: 'Gij hebt verkeerd gehandeld?'

24
CANISIUS

Denk er aan, dat ook gij zijn daden verheft, Die de stervelingen moeten bezingen,

WILLIBRORD

Het is uw plicht zijn werken te verheerlijken. Hem bezongen en bezingen alle mensen.

25
CANISIUS

Die iedere mens moet overwegen, Ieder mensenkind van verre beschouwt.

WILLIBRORD

Alle stervelingen zien naar Hem op van verre en vol eerbied.

26
CANISIUS

Zie, God is groot: wij begrijpen Hem niet, Het getal van zijn jaren is zelfs niet te schatten!

WILLIBRORD

Ja, hoogverheven is God, we kennen Hem niet, onnaspeurlijk is zijn ouderdom.

27
CANISIUS

Hij trekt uit de zee de druppels omhoog, Vervluchtigt de regen tot zijn nevel,

WILLIBRORD

Hij schept de druppels van het watervlak, zeeft regen uit de nevels

28
CANISIUS

Die de wolken naar beneden doet stromen, En op alle mensen doet storten;

WILLIBRORD

die in wolken en vlagen gutsend neerstort op de aarde.

29
CANISIUS

Wie begrijpt de sprei van de wolken En de gedaante van zijn tent?

WILLIBRORD

Hoe zou iemand Hem kunnen vatten? Zijn tent is een wolk, Hij woont in de stormen.

30
CANISIUS

Zie, Hij spreidt zijn nevel uit over de zee, En houdt haar kolken bedekt.

WILLIBRORD

Zie, Hij laat het weerlichten en legt de zee tot op de wortels bloot.

31
CANISIUS

Want daarmee spijst Hij de volken En geeft Hij voedsel in overvloed.

WILLIBRORD

Niettemin schenkt Hij voedsel aan de volken, geeft eten in overvloed.

32
CANISIUS

In zijn handen verbergt Hij de bliksem, En zendt hem af op zijn doel;

WILLIBRORD

Zijn bliksem neemt Hij ter hand en houdt hem op zijn doel gericht;

33
CANISIUS

Zijn strijdkreet kondigt Hem aan, Zijn woede ontketent de storm!

WILLIBRORD

donder en wolken gaan vooraf aan het naderend onweer.