Job 12

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Job antwoordde, en sprak:

WILLIBRORD

Hier bracht Job tegenin:

2
CANISIUS

Ja zeker, gij vertegenwoordigt het volk, En met u sterft de wijsheid uit!

WILLIBRORD

Ach ja, ziehier de wijzen met wie de wijsheid staat of valt!

3
CANISIUS

Ik heb evenveel verstand als gij Wie zou trouwens dit alles niet weten?

WILLIBRORD

Ik heb ook verstand, zo goed als jullie; ik loop niet achter; wie kent die leer niet?

4
CANISIUS

Laat mij de spot zijn van mijn vriend; Ik roep Jahweh aan, Hij zal mij verhoren! Bespotting voor de deugd van de vromen,

WILLIBRORD

Mijn vrienden lachen met mij omdat ik God een antwoord vraag, lachen met de vrome en onschuldige.

5
CANISIUS

Verachting voor de beproefden: denkt het gelukskind, En een trap voor hen, wier voeten wankelen;

WILLIBRORD

Ongeluk krijgt minachting op de koop toe - daar houdt de gezeten burger het op - wie struikelt geven ze een trap na.

6
CANISIUS

Maar vrede voor de tenten der rovers, Onbezorgdheid voor hen, die God durven tarten, En die God naar hun hand willen zetten!

WILLIBRORD

Maar overweldigers bezitten een vredig huis, die God uitdagen zijn veilig, met volle hand schenkt Hij hun geluk.

7
CANISIUS

Ondervraag slechts het vee: het zal het u leren; De vogels uit de lucht; zij vertellen het u;

WILLIBRORD

Vraag de dieren, ze zullen het je zeggen, de vogels kunnen het uitleggen,

8
CANISIUS

Of het kruipend gedierte op aarde: zij zullen het zeggen; De vissen der zee: zij lichten u in.

WILLIBRORD

de wilde beesten leren, de vissen vertellen;

9
CANISIUS

Wie onder die allen, die het niet weet, Dat de hand van Jahweh dit wrocht!

WILLIBRORD

allemaal weten ze: zo handelt God.

10
CANISIUS

Hij, die iedere levende ziel in zijn hand heeft, En de adem van alle menselijk vlees!

WILLIBRORD

Alle leven is in zijn hand, elk wezen dankt Hem zijn adem.

11
CANISIUS

Of kan het oor geen woorden meer toetsen, Het gehemelte geen spijzen meer proeven;

WILLIBRORD

Oren kunnen toch horen en smaak kan toch proeven.

12
CANISIUS

Is er geen wijsheid meer bij bejaarden, Op hoge leeftijd geen inzicht?

WILLIBRORD

God, oud van dagen, is wijs, Hij, de hoogbejaarde, heeft inzicht,

13
CANISIUS

Bij Hem is wijsheid en macht, Bij Hem beleid en verstand.

WILLIBRORD

ervaring en kracht, Hij doorziet en leidt de dingen.

14
CANISIUS

Haalt Hij omver, men bouwt niet op, Dien Hij kerkert, doet men niet open.

WILLIBRORD

Wat Hij omverhaalt wordt niet herbouwd, wie Hij gevangen zet komt niet meer vrij;

15
CANISIUS

Houdt Hij de wateren tegen, ze drogen op; Laat Hij ze los, ze woelen het land om.

WILLIBRORD

houdt Hij het water tegen, dan verdort het land, geeft Hij het vrij, dan wordt alles overspoeld.

16
CANISIUS

Bij Hem is kracht en vernuft, Hem behoort de verleide met den verleider;

WILLIBRORD

Aan Hem is de overmacht; zondaar en kwade genius zijn Hem onderworpen.

17
CANISIUS

Raadsheren laat Hij barrevoets gaan, En rechters maakt Hij tot dwazen;

WILLIBRORD

Raadsheren stuurt Hij berooid de straat op, rechters zet hij voor schut;

18
CANISIUS

De boeien der koningen maakt Hij los, En legt een koord om hun eigen heup.

WILLIBRORD

gordels van koningen maakt Hij los, hun macht en waardigheid valt weg;

19
CANISIUS

De priesters laat Hij barrevoets gaan, En oude geslachten brengt Hij ten val;

WILLIBRORD

ook priesters stuurt hij berooid de straat op en gezetenen brengt Hij ten val;

20
CANISIUS

Aan vertrouwbare mannen ontneemt Hij de spraak, En ontrooft de grijsaards hun oordeel;

WILLIBRORD

adviseurs stopt Hij de mond, ouderlingen maakt Hij kortzichtig,

21
CANISIUS

Hij stort verachting over edelen uit, En rukt de gordel der machtigen los.

WILLIBRORD

machtigen weerloos - en Hij dompelt ze onder in smaad

22
CANISIUS

-

WILLIBRORD

diepten duistervrij, duisternis licht.

23
CANISIUS

Hij maakt naties groot, en richt ze ten gronde, Breidt volken uit, en stoot ze neer;

WILLIBRORD

Naties verheft Hij - om ze dan neer te slaan, Hij verstrooit - om dan te verzamelen tot geluk.

24
CANISIUS

Hij berooft de vorsten der aarde van hun verstand, En laat ze in de ongebaande wildernis dolen;

WILLIBRORD

Leiders verbijstert Hij het verstand en ze verdwalen langs ongebaande wegen;

25
CANISIUS

Ze tasten in de duisternis rond, zonder licht, Ze waggelen als een dronken man.

WILLIBRORD

ze tasten rond in diepe duisternis en waggelen als dronkaards.