Jesaja 35

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Dan zal de steppe juichen met de woestijn, En de wildernis jubelen en bloeien;

WILLIBRORD

Laat de woestijn en het dorre land zich verheugen, de wildernis jubelen en bloeien,

2
CANISIUS

Zij zal tieren welig als lelies, Jubelen, juichen en zingen. Dan valt haar de pracht van de Libanon ten deel, De luister van Karmel en Sjaron: Ze zullen de glorie van Jahweh aanschouwen, De heerlijkheid van onzen God.

WILLIBRORD

weelderig bloeien als de krokus; laat zij uitbundig juichen en jubelen. Zij wordt getoond met de glorie van de Libanon, de luister van de Karmel en de Saron. Dan zal men de glorie van Jahwe zien, de luister van onze God.

3
CANISIUS

Maakt dan de slappe handen krachtig, Stevigt de knikkende knieën;

WILLIBRORD

Geeft de zwakke handen weer kracht, maakt sterk de bevende knieën.

4
CANISIUS

Zegt tot de harten in angst: Houdt moed, hebt geen vrees! Ziet, hier is uw God; Hij komt, om de wraak te voltrekken! God zal vergelden; Zelf zal Hij komen, om u te verlossen!

WILLIBRORD

Zegt tot allen die radeloos zijn: `Houdt moed, weest niet bang, hier is uw God, Hij brengt de wraak mee, de goddelijke vergelding, Hij brengt u redding.'

5
CANISIUS

Dan worden de ogen der blinden ontsloten, En de oren der doven gaan open;

WILLIBRORD

Dan worden de ogen van de blinden ontsloten en de oren van de doven geopend.

6
CANISIUS

De lamme springt op als een hert, De tong van den stomme zal juichen! Zelfs in de steppe borrelen de wateren omhoog, En de beken in de woestijn;

WILLIBRORD

Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme. En water welt op in de woestijn, rivieren in het dorre land.

7
CANISIUS

De gloeiende bodem wordt een plas, Het dorre land een fontein. En op de plek, waar de jakhalzen liggen, En de struisvogels wonen, Schiet het riet met de biezen omhoog,

WILLIBRORD

Het verschroeide land wordt een meer, de dorstige grond een waterrijke fontein. Op de plaats waar jakhalzen lagen, groeien dan riet en papyrus.

8
CANISIUS

Een gebaande weg zal er zijn! Een heilige weg zal hij heten, Geen onreine zal hem begaan; Alleen zijn volk hem bewandelen, Geen goddeloze er zwerven.

WILLIBRORD

Daar komt een gebaande weg die de heilige weg zal heten. Geen onreine zal die betreden - die gaat zijn eigen weg -, geen dwazen dwalen er rond.

9
CANISIUS

Geen leeuwen zullen er zijn, Wilde dieren komen er niet, en treft men er niet; Maar die verlost zijn, zullen hem begaan,

WILLIBRORD

Leeuwen zijn er niet en wilde dieren zullen er niet gaan, die zijn er niet meer te vinden. Alleen verlosten gaan erover;

10
CANISIUS

Die door Jahweh bevrijd zijn, keren er op terug. Zij komen in Sion onder gejubel, Het hoofd met eeuwige vreugde gekroond; Overstelpt van vreugde en blijdschap: Verdwenen zijn kommer en zuchten!

WILLIBRORD

de verlosten van Jahwe keren erover terug; en met gejubel bereiken zij Sion, met een kroon van eeuwige vreugde getooid. Blijdschap en vreugde zullen terugkeren, kommer en gezucht zullen wegvluchten.