Hosea 6

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

"Komt, laat ons teruggaan tot Jahweh!" Want Hij verscheurt, maar Hij zal ons genezen,

WILLIBRORD

'Kom, laten we terugkeren tot Jahwe; Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons ook genezen; Hij heeft wonden geslagen, Hij zal ze ook verbinden.

2
CANISIUS

Na twee dagen zal Hij ons doen herleven, De derde dag doen verrijzen, opdat wij leven voor zijn aanschijn!

WILLIBRORD

Na twee dagen maakt Hij ons weer levend, op de derde dag laat Hij ons weer opstaan om weer te leven voor zijn aanschijn.

3
CANISIUS

Laat ons Jahweh kennen, Hem ijverig zoeken! Zodra wij Hem zoeken, vinden wij Hem: Dan komt Hij tot ons als een milde regen, Als een lentebui, die de aarde drenkt!

WILLIBRORD

Wij willen Jahwe liefhebben, ons inspannen om Hem te kennen. Zo zeker als de dageraad vertoont Hij zich, komt Hij over ons als de regen, als de lenteregen die de aarde drenkt.'

4
CANISIUS

Efraïm, wat zal Ik u doen, Juda, hoe met u handelen? Uw vroomheid is als een morgenwolk,

WILLIBRORD

Wat moet Ik met u beginnen, Efraim? Wat moet Ik met u beginnen, Juda? Uw vroomheid is als de morgennevel, als de dauw die vroeg in de morgen verdwijnt.

5
CANISIUS

Daarom heb Ik er op ingeslagen door de profeten, Ze gedood door de woorden van mijn mond; Is mijn gericht als het licht Te voorschijn getreden.

WILLIBRORD

Daarom heb Ik op u ingeslagen door de profeten, heb Ik de dood gebracht door de woorden van mijn mond: mijn oordeel brak door als het licht.

6
CANISIUS

Want vroomheid wil Ik, geen offers; Kennis van God liever dan offeranden.

WILLIBRORD

Want vroomheid wens Ik, geen offergaven, en erkenning van God, meer dan brandoffers.

7
CANISIUS

Maar laaghartig hebben zij mijn verbond overtreden, En zijn Mij toen ontrouw geworden.

WILLIBRORD

Zij hebben het verbond overtreden, als Adam: zo zijn zij Mij ontrouw geworden.

8
CANISIUS

Gilad is een vesting van schurken, Vol bloedige sporen;

WILLIBRORD

Gilead is een stad van boosdoeners, met bloedsporen besmeurd;

9
CANISIUS

Als een roverbende De priesterschaar! Op de weg naar Sikem wordt gemoord, Worden boze plannen gesmeed;

WILLIBRORD

als een loerende roverstroep is het priestergilde: zij moorden op de weg naar Sichem, schandelijk is hun gedrag. Het zijn afschuwelijke dingen,

10
CANISIUS

In Betel heb Ik gruwelen aanschouwd: Daar heeft Efraïm ontucht bedreven. Israël heeft zich bezoedeld;

WILLIBRORD

die Ik in het huis van Israël zie: Ik zie hoe Efraim ontucht pleegt en Israël zich bezoedelt.

11
CANISIUS

Juda, ook u is een oogst weggelegd: Al zou Ik het lot van mijn volk ten beste keren, En Israël willen genezen!

WILLIBRORD

Ook u, Juda, staat een oogst te wachten!